Petra Jellema onderzocht bij ruim driehonderd patiënten met kortdurende rugpijn of een nieuwe behandeling, gericht op de psychosociale factoren, kan voorkomen dat de pijn chronisch wordt.
In een gerandomiseerd onderzoek vergeleek de promovenda de werkzaamheid van de nieuwe behandeling met gebruikelijke zorg door de huisarts. Opvallend was dat de rugklachten vaak vlot over gingen, ongeacht welke behandeling was toegepast.
Mensen met rugklachten hebben soms gedachten die herstel in de weg kunnen staan, zoals “deze pijn gaat nooit meer over”; of “als ik rugpijn heb mag ik niet veel bewegen, want dat is slecht voor mijn rug”. Kortdurende rugpijn kan zo overgaan in chronische pijn. En dat veroorzaakt veel beperkingen in de dagelijkse activiteiten van de persoon zelf, maar maakt chronische rugpijn ook een maatschappelijke kostenpost door ziekteverzuim en kosten van medische zorg. De nieuwe behandeling, die speciaal is ontwikkeld zodat de huisarts die kan geven, richt zich op genoemde negatieve gedachten en andere psychosociale factoren die het herstel van rugpijn kunnen beïnvloeden.
Jellema gaat in haar proefschrift (PDF) in op de vraag waarom de nieuwe behandeling niet effectiever is dan de gebruikelijke therapie. Ze bespreekt de kosteneffectiviteit van de nieuwe behandeling, en welke groep patiënten het meest geschikt zijn voor welke behandeling, maar ook het te verwachten beloop van rugpijn in de huisartspraktijk.
Bron: VUMC