Loopvaardigheid kinderen met open rug

20

De conditie en loopvaardigheid van kinderen met spina bifida (open rug) verbeteren door training op een loopband. Dit concludeert Janke de Groot, docent en onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht, die op 17 december promoveert bij het UMC Utrecht.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

In haar promotieonderzoek bestudeerde Janke de Groot twee groepen kinderen met spina bifida tussen de zes en zestien jaar. De behandelgroep kreeg gedurende twaalf weken twee maal per week thuis looptraining op een loopband. De Groot vergeleek de loopprestaties van deze kinderen voor en na het trainingsprogramma met een controlegroep. Dankzij de loopbandtraining blijken de kinderen verder te kunnen lopen en is hun conditie verbeterd. Het betekent dat ze ongeveer een halve kilometer per uur sneller lopen dan voorheen. Na drie maanden lopen de kinderen nog steeds beter maar is hun conditie weer op het oude niveau.

“Een halve kilometer per uur kan een verschil maken”, stelt De Groot. “De kinderen steken bijvoorbeeld net wat sneller de straat over om met vrienden te gaan spelen of naar school te kunnen lopen. De resultaten komen daarmee tegemoet aan een veelgehoorde hulpvraag van ouders. Die willen graag dat hun kind zo goed mogelijk blijft lopen. Want hoewel de aandoening stabiel is, verslechtert het lopen vaak met de tijd. Ik denk dat loopbandtraining een belangrijk onderdeel van de fysiotherapeutische behandeling zou kunnen worden.”

Kinderen met een open rug hebben minder spierkracht en zijn minder fit, daardoor lopen en bewegen ze niet zoveel. Dat verslechtert hun fitheid weer en zo ontstaat een vicieuze cirkel. In Nederland worden per jaar ongeveer honderd kinderen geboren met spina bifida. Een deel daarvan zit in een rolstoel, maar er zijn ook kinderen die wel kunnen lopen.

Janke de Groot is fysiotherapeut en onderzoeker bij het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening van Hogeschool Utrecht (HU). De Groot heeft haar onderzoek uitgevoerd in het Kinderbewegingscentrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis in samenwerking met de afdeling Kinderneurologie van het UMC Utrecht. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door Stichting BIO-kinderrevalidatie.

Bron: UMC Utrecht