Janine Stubbe, lector Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam (HvA), doet samen met TNO onderzoek naar het voorkomen van sportblessures. Haar onderzoek moet resulteren in een screeningsinstrument, dat weergeeft welke sporters een risico lopen om geblesseerd te raken. Hierdoor kan er vroegtijdig worden ingegrepen om overtraining, blessures en langdurige sportuitval te voorkomen.
Het lectoraat Sportzorg doet onderzoek naar blessures onder verschillende groepen sporters. Zo wordt een gezondheidsmonitor uitgezet onder eerstejaars studenten van de Academie Lichamelijke Opvoeding (ALO) van de HvA. Deze ALO-studenten krijgen te maken met een plotselinge, forse toename van de trainingsbelasting. Zij trainen gemiddeld vier uur per dag. De toegenomen trainingsbelasting vormt een mogelijk risico voor blessures. Het doel van de gezondheidsmonitor is ten eerste om in kaart te brengen wat de omvang is van overtraining bij eerstejaars ALO studenten. De monitor geeft ten tweede inzicht in de markers van overtraining. Vervolgens is te voorspellen welke studenten er een risico lopen om overtraind te raken. De uitkomsten van dit onderzoek worden vertaald naar het screeninginstrument.
De uitkomsten van de gezondheidsmonitor zijn ook van belang voor fysiotherapeuten en sportartsen. Zij krijgen daarmee meer inzicht in de risicofactoren van overtraining. In Nederland lopen sporters jaarlijks 3,7 miljoen blessures op. De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van sportblessures worden geschat op 1,2 miljard euro. Onder recreatieve sporters zijn sportblessures vaak een belangrijk motief om met een sport te stoppen. In de topsport geldt dat sportblessures een negatief effect hebben op de sportprestaties.
Voor haar onderzoek heeft Janine Stubbe samen met haar onderzoeksgroep, het lectoraat Sportzorg, onlangs een RAAK-subsidie ontvangen.
In dit filmpje van de Hogeschool van Amsterdam over praktijkgericht onderzoek licht Janine Stubbe haar onderzoek naar het voorkomen van sportblessures toe (vanaf 02.20):
Bron: Vereniging Hogescholen