De afgelopen weken is in de Tweede Kamer weer aandacht besteed aan de fysiotherapie, deze keer bij de besprekingen over de aanpassing van de Mededingingswet. Daarbij is door kamerleden de (onderhandelings-)positie van de fysiotherapeut en de inkoopmacht van de zorgverzekeraars aangekaart.
De discussie heeft geleid tot een aanpassing van de bestaande zgn. bagatelbepaling in de Mededingingswet en tot een nieuwe bagatelbepaling. Het KNGF is hierover zeer verheugd, want zij heeft het probleem van de inkoopmacht van de zorgverzekeraars het afgelopen jaar op allerlei fronten aangekaart. Zowel rechtstreeks bij kamerleden, maar bijvoorbeeld ook via MKB-Nederland.
De wijzigingen
De wijzigingen in de Mededingingswet betreffen een oprekking van de grenzen van de bagatelbepaling. Enerzijds is de financiële grens in de oude bagatelbepaling verlegd van 908.000 euro naar 1,1 miljoen euro (en maximaal 8 ondernemingen). Anderzijds is er een nieuwe bagatel gedefinieerd: mededingingsbeperkende afspraken zijn toegestaan tussen ondernemingen met een gezamenlijke omzet van maximaal 40 miljoen euro, mits hun gezamenlijke marktaandeel niet groter is dan 5%.
Wat betekent dit voor de fysiotherapie?
Óf deze aanpassing voor fysiotherapeuten van meerwaarde zal zijn is met name afhankelijk van de manier waarop de NMA het beleid hiervoor insteekt. Als dit voornamelijk lokaal of regionaal wordt gedefinieerd dan kan het zijn dat de ruimte voor samenwerking in het directe werkgebied van de fysiotherapeuten nog beperkt zal blijven.
Bron: Fysioweb
Waarom heet dit een BAGATELbepaling?
Is de bepaling niet van betekenis of zo?