Hartpatiënten die hartrevalidatie krijgen hebben 35 procent minder kans om in de jaren erna te overlijden. Dit blijkt uit onderzoek van de afdeling Klinische Informatiekunde van het AMC, de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie en Zilveren Kruis Achmea. Dit effect trad op ongeacht leeftijd, diagnose, type interventie en aard van de klachten. Dit is het eerste onderzoek dat het effect van hartrevalidatie aantoont bij een representatieve groep Nederlandse hartpatiënten. De resultaten zijn vrijdag verschenen in het European Heart Journal.
Jaarlijks worden in Nederland meer dan 100 duizend mensen opgenomen na een hartinfarct, voor een hartoperatie of een preventieve dotterbehandeling. Circa een derde van deze patiënten krijgt hartrevalidatie. Door de patiënten te laten revalideren kunnen in Nederland jaarlijks honderden voortijdige sterfgevallen worden voorkomen.
Het onderzoek is uitgevoerd onder 36 duizend patiënten die in het ziekenhuis werden opgenomen voor hartproblemen tussen 2007 en 2010. Van deze groep kreeg een derde na ontslag uit het ziekenhuis hartrevalidatie. Elke patiënt is daarna gevolgd om de sterfte te vergelijken tussen de groep die wel hartrevalidatie kreeg en de groep die geen hartrevalidatie kreeg. Dit gebeurde over een periode van maximaal vier jaar.
Vanwege de verschillen tussen beide groepen – de patiënten in de groep die hartrevalidatie kregen, waren wat jonger en hadden minder ernstige aandoeningen – zijn de cijfers gecorrigeerd, om een eerlijke vergelijking te krijgen.
Het lagere risico op overlijden geldt zowel voor oude als voor jonge patiënten. Ook maakt het niet uit of patiënten hartrevalidatie kregen na een hartinfarct, een hartoperatie of een dotterbehandeling en of het instabiele patiënten met acute klachten of stabiele patiënten met chronische klachten betrof. Dit resultaat komt overeen met de uitkomsten in recente Amerikaanse en Canadese studies.
‘Revalideren is dus een van de meest effectieve behandelingen voor hartpatiënten,’ aldus cardioloog dr. Roderik Kraaijenhagen, één van de auteurs van het artikel, opgeleid in het AMC. Hij is voorzitter van de commissie Cardiovasculaire Preventie en Hartrevalidatie van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie. ‘Het is belangrijk dat cardiologen zich daarvan bewust zijn en hun patiënten doorverwijzen voor revalidatie. Dr. Niels Peek, ten tijde van de studie verbonden aan de afdeling Klinische Informatiekunde van het AMC, voegt toe: ‘Dit is de eerste studie die laat zien dat hartrevalidatie niet alleen effectief is bij relatief jonge patiënten met een acuut hartinfarct, maar ook bij ouderen en patiënten met chronische klachten. Juist deze groepen worden nu het minst verwezen naar hartrevalidatie’.
Hartrevalidatie is een multidisciplinaire, poliklinische therapie die zich richt op het bevorderen van fysiek, psychisch en sociaal herstel en het verminderen van het risico op een nieuw incident onder leiding van een cardioloog of een revalidatiearts. De revalidatie bestaat uit een combinatie van fysieke training, ontspanningstherapie, begeleiding bij leefstijlveranderingen, optimaliseren van bloeddruk, cholesterolwaarden en andere beïnvloedbare risicofactoren, bevorderen van therapietrouw, voorkomen en behandelen van psychische – en sociale problemen, begeleiding bij werkhervatting en goede educatie van de patiënt over (het voorkomen van) hart- en vaatziekten.
Bron: AMC
“Dit is het eerste onderzoek dat het effect van hartrevalidatie aantoont bij een representatieve groep Nederlandse hartpatiënten.”
FC: Dat vind ik nogal opzienbarend, dat dat het eerste onderzoek zou zijn dat naar de effectiviteit ervan gedaan zou zijn.
Echter, er van uitgaande dat het fysiotherapeutische deel van de poliklinische revalidatie niet vergoed wordt vanuit de basisverzekering (maar is dat zo?), is dit een aanvullend argument voor heropname van niet-klinische fysiotherapie in het basispakket.
Voor hoe dat pakket (opnieuw) zou moeten samengesteld, zie https://gezondezorg.org/basisverzekering.
Beste Frank Conijn,
Geheel eens en hartrevalidatie is allang aangetoond qua effectiviteit maar beperkt qua kosteneffectviteit. Heropname als chronische indicatie zou evidence based treatment zijn!
Martin