Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hebben een loszittende heupprothese weer vastgezet door gebruik te maken van een aangepast verkoudheidsvirus. In Nederland worden ieder jaar ongeveer 20.000 heupprotheses geplaatst bij patiënten met destructie van het gewricht door reuma of artrose. Ongeveer 10% van de heupprotheses gaat los zitten binnen 10 jaar. Dit loszitten ontstaat doordat de ruimte tussen prothese en bot zich heeft gevuld met ontstekingscellen die de botstructuur aantasten. Een loszittende heupprothese veroorzaakt veel pijn en maakt mensen invalide. De standaardbehandeling is het plaatsen van een nieuwe prothese, maar de conditie van veel oude mensen is voor zo’n grote ingreep te slecht. In het LUMC is nu een methode ontwikkeld om die ontstekingscellen te vernietigen door in de ruimte tussen prothese en bot virusdeeltjes te spuiten waarin een speciaal gen is ingebracht. De ontstekingscellen nemen het virus op en maken op basis van de genetische code van dat gen een enzym. Op dezelfde manier spuit men een stofje in dat door dat enzym wordt omgezet in een kortwerkend vergif datde ontstekingscellen zeer effectief doodt. Vervolgens worden via drie of vier gaatjes, geboord in het bot rond de prothese, dode cellen weggezogen en wordt de lege ruimte op die plaatsen opgevuld met botcement dat snel hard wordt en de prothese fixeert.
Deze methode wordt op veiligheid getest en is nu voor de eerste maal met succes uitgevoerd. De patiënt kan al weer een aantal meters lopen en wordt niet meer gekweld door nachtelijke pijn.
Bron: LUMC