Gebroken heup aanslag op oudere patiënt

42

Operaties vanwege een gebroken heup zijn berucht vanwege de vele complicaties en hoge sterfte. Van de bijna 18.000 patiënten per jaar overlijdt één op de drie in het eerste jaar na opname. Een overdrachtsinstrument, een patiëntveiligheidskaart en een informatieboekje voor patiënten lijken slechts deels effectief om hierin verbetering te brengen.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Heupfracturen komen vooral voor bij oudere mensen, de gemiddelde leeftijd is 83 jaar. Deze patiënten zijn al minder mobiel en extra kwetsbaar, en bovendien vaak minder mondig waardoor ze zelf niet tijdig aan de bel trekken als er complicaties optreden. Een gebroken heup betekent voor hen een ingrijpende operatie en een lang revalidatietraject met een onzekere uitkomst. Na de breuk en operatie gaan ze vaak hard achteruit. Van de bijna 18.000 patiënten per jaar (bron RIVM) krijgt 43% procent complicaties, zoals decubitus, delier, longontsteking en wondinfecties, en één op de drie overlijdt in het eerste jaar na opname. Door hun leeftijd zijn ze bovendien kwetsbaarder voor zorggerelateerde schade: 8% van de oudere patiënten met een heupfractuur loopt schade op die potentieel vermijdbaar is, zo blijkt nu uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) en het EMGO+ instituut van VUmc. Voor alle ziekenhuispatiënten is dit risico 2,9%.

Patiëntveiligheid
Juist voor deze extra kwetsbare groep patiënten zou je dus moeten kijken naar verbetermogelijkheden. Naast dossieronderzoek naar potentieel vermijdbare schade bij heupfracturen, deed het NIVEL daarom ook onderzoek naar de effectiviteit van drie interventies om de onbedoelde schade bij ouderen met een heupfractuur terug te dringen. Eén interventie, de SBAR (Situation, Background, Assessment, Recommendation), is een instrument om de overdracht tussen artsen en verpleegkundigen zo te structureren dat er geen informatie verloren gaat. De andere twee zijn gericht op patiënten en hun familie. De patiëntveiligheidskaart ontwikkeld door de NPCF en een speciaal ontwikkeld informatieboekje met aanbevelingen om complicaties na ontslag te voorkomen (bundles), moeten patiënten en familie actiever bij de nazorg betrekken.

Interventies op maat
Verpleegkundigen en patiënten zijn over het algemeen positief over de interventies. Verpleegkundigen zien de SBAR overdrachtschecklist als een welkome aanvulling bij de overdracht. Toch bleek de checklist tijdens de onderzoeksperiode weinig gebruikt te worden vanwege vooral praktische belemmeringen. Patiënten waren bij het uitreiken van het materiaal ook overwegend positief en een deel heeft de patiëntveiligheidskaart en het boekje ook gelezen, toch kan ook een substantieel deel van de patiënten zich later niet meer herinneren boekje en kaart te hebben gekregen. “Hoe kun je patiënten het beste informatie aanbieden en controleren of deze beklijft? Wellicht dat informatiemateriaal per patiëntengroep nog meer op maat moet worden aangeboden”, stelt NIVEL-programmaleider prof. dr. Cordula Wagner. “Heel veel gaat schriftelijk, zodat patienten het kunnen nalezen. Maar ze lezen het niet na. Misschien moeten we het op een heel andere manier aanbieden, opdat het meer effect heeft.”

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd op de afdeling chirurgie/traumatologie van één academisch, één topklinisch en één algemeen ziekenhuis. Eén topklinisch ziekenhuis diende als referentie. Met informatie uit enquêtes onder (verpleeghuis)artsen, ambulancepersoneel, verpleegkundigen en verzorgenden zijn de vijf belangrijkste risicomomenten in kaart gebracht. Vervolgens werden meer dan 600 medische dossiers van mensen met een gebroken heup beoordeeld om aard en omvang van onbedoelde en potentieel vermijdbare schade te bepalen. Daarna werd onder bijna 200 ouderen met een gebroken heup een interventieonderzoek uitgevoerd. De effectiviteit van de SBAR werd beoordeeld tijdens overdrachtmomenten, de effectiviteit van de patiëntveiligheidskaart en het informatieboekje door interviews achteraf met patiënten.

Bron: NIVEL

1 REACTIE

Reacties zijn gesloten.