Beperkte vergoeding leidde tot minder behandelingen in de fysiotherapiepraktijk. Vrije toegang en vrije tarieven leiden niet tot een stijging.
Beperkt tot bepaalde aandoeningen
De vergoeding voor fysiotherapie werd in 2004 beperkt tot bepaalde aandoeningen, waardoor het totale aantal patiënten en behandelingen bij de fysiotherapeut afnam. De daaropvolgende jaren heeft deze daling zich niet voortgezet, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL binnen de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ). Het vrijgeven van de tarieven in 2005 en de invoering van de directe toegang tot de fysiotherapie een jaar later, waardoor patiënten zonder verwijzing van de huisarts naar de fysiotherapeut kunnen, leidde in 2006 en 2007 niet tot een toename in het aantal behandelingen.
Weerslag
Bij oefentherapie Cesar en Mensendieck, waar alleen de vergoeding is beperkt, nam het aantal patiënten aanvankelijk ook af en stabiliseerde het later ook weer. Verder zijn er geen verschillen gevonden. Wel vonden de onderzoekers grote verschillen tussen praktijken. NIVEL-onderzoeker Chantal Leemrijse: “Het is niet ondenkbaar dat beleidsmaatregelen als beperkte aanspraak, vrije toegang en vrije tarieven hun weerslag hebben op het gebruik aan zorg. Door de beperktere mogelijkheden fysiotherapie en oefentherapie te laten vergoeden, is het gebruik in 2004 inderdaad afgenomen. Aan de andere kant als de toegang eenvoudiger wordt en de tarieven dalen door meer concurrentie, kan dat leiden tot een toename. Die hebben we echter niet gevonden. Om de redenen te achterhalen van de verschillen tussen praktijken, moeten we nog verder onderzoek doen.”
Download het factsheet (in PDF)
Bron: NIVEL