positiebepaling bestuur FDV nav.nieuwe CAO-V en extra ALV.

Nieuws over fysiotherapie en de fysiotherapeut Forums KNGF Actie positiebepaling bestuur FDV nav.nieuwe CAO-V en extra ALV.

Weergave van 0 reactie threads
  • Auteur
    Berichten
    • #7054
      Avatar fotoRoques
      Deelnemer

      Position paper van het FDV bestuur

      Voorwoord

      In deze positiebepaling wil het FDV-bestuur op hoofdlijnen aangeven wat de gevoerde beleidslijn is en hoe zij daartoe gekomen is. Vervolgens wordt ingegaan op het initiatief van de initiatiefgroep. Tot slot wordt stilgestaan bij de mogelijke consequenties die kunnen voortvloeien uit de extra ALV.

      Het gevoerde beleid

      Al vanaf de eerste CAO V heeft het toenmalig LVFD bestuur en hebben alle daarop volgende FDV-besturen steeds gestreefd naar een CAO V met een salarisgebouw met salarisschalen, zoals gebruikelijk bij andere CAO’s.

      Na verloop van tijd hebben ook VVF, en later FWV dit streven overgenomen. Dit heeft er toe geleid dat er destijds een gezamenlijk geïnitieerd functiewaarderingsonderzoek heeft plaatsgevonden als voorbereiding op een salarisgebouw met schalen. De vroegere CAO’s, zowel het vaste salaris als het variabele salaris, waren een directe doorvertaling van het door het CTG vastgestelde tarief. Bij dit van hogerhand opgelegde en te lage CTG tarief moesten de besturen steeds tot de conclusie komen dat er geen ruimte was voor onderhandelingen over een CAO V met salarisschalen. Wel hebben de besturen in de laatste CAO V 2003 een intentieverklaring opgenomen met de wens om te komen tot een andere opzet van het beloningsgebouw. Zowel leden van de FWV als van de FDV hebben deze CAO destijds goedgekeurd.

      Door signalen uit de achterban zijn de opeenvolgende besturen van LVFD en FDV gesterkt in hun opvattingen en hun koers. Een aantal terugkerende signalen uit de achterban zijn:

      o Er is geen salarisperspectief. Anders dan door meer uren te werken is er geen inkomensgroei mogelijk.

      o Een beginnend fysiotherapeut verdient even veel als iemand met zeer langdurige ervaring. Door vele collega’s wordt dit als onrechtvaardig ervaren.

      o Met het garantiesalaris kan het ondernemersrisico op werknemers afgewenteld worden.

      Enkele feiten:

      o Vanaf eind 2003 is er geen CAO meer van kracht.

      o Vanaf januari 2004 is een groot deel van de fysiotherapeutische (be)handelingen opgenomen in de aanvullende verzekering.

      o Vanaf februari 2005 is het WTG experiment van toepassing.

      o Tariefsverhogingen in 2005 en 2006

      Gevolgen:

      o Partijen moeten zich wegens het ontbreken van een CAO beperken tot het geven van adviezen.

      o Zorgvraaguitval is veelvuldig afgewenteld op werknemers.

      o Het CTG geeft geen tariefonderbouwing meer waardoor de grondslagen onder de vroegere CAO-systematiek vervallen zijn.

      o Er ontstaat ruimte voor onderhandelen over een systeem met salarisschalen en het afschaffen van het garantiesalaris.

      In de loop van 2005 is er weer een onderhandelingsklimaat ontstaan om te komen tot een nieuwe CAO V. In samenspraak met de resonantie- en referentiegroep bepaalde het bestuur de hoofdlijnen van koers van de onderhandelingen.

      Deze hoofdlijnen zijn:

      o Een salarisgebouw met salarisschalen gebaseerd op functiewaardering.

      o Een salarisgebouw dat recht doet aan de zwaarte van de verschillende functies.

      o De functiewaardering baseren op het onderzoek uit het verleden (uitkomst was vergelijkbaar met FWG 55 voor de fysiotherapeut, een schaal hoger dan het huidige inkomensbestanddeel uit het tarief).

      o Goede voorzieningen in de sfeer van onkostenvergoedingen voor scholing, reiskosten, KNGF contributie en kwaliteitsregister.

      Dit zijn onderwerpen die ook in de FDV ledenenquête van 2005 naar voren zijn gekomen.

      Het bestuur vindt dat het huidige variabel salarissysteem los gelaten moet worden. Natuurlijk wil het bestuur wel dat er een arbeidsvoorwaardenpakket ontstaat waarbij variabel inkomen mogelijk blijft. Kortom voldoende flexibiliteit waarbij medewerkers in ruime mate invloed uit kunnen oefenen op hun werktijden om het evenwicht tussen werk en prive in voldoende mate te kunnen waarborgen.

      Het bestuur is dus niet tegen een variabel salaris op basis van meer of minder uren werken. Het bestuur is ook niet tegen werken op variabele tijden, mits de werknemer daar invloed op heeft. Deze elementen moeten dan ook in een nieuwe CAO blijven bestaan.

      Andere overwegingen die door het bestuur zijn meegenomen zijn:

      o De ontwikkelingen in de gezondheidszorg maken dat marktwerking een grote rol krijgt toebedeeld die de nodige flexibiliteit vergt. Dit mag er niet toe leiden dat werknemers (meer) ondernemersrisico’s lopen.

      o Er zijn veel ontwikkelingen binnen de fysiotherapie, zoals het WTG experiment, schaalvergroting, ontwikkeling van nieuwe producten en diensten naast de verzekerde zorg. Doordat de variatie tussen praktijken zal toenemen en niet alleen het tarief nog richtinggevend is, wordt het steeds moeilijker om het salarisbestanddeel te bepalen.

      Het is niet onbelangrijk te vermelden dat in de onderhandelingen op deze hoofdlijnen overeenstemming bestaat met de FWV. Omdat er onderhandeld en gerekend wordt over de uitwerkingen en de gevolgen op detailniveau, wat niet eenvoudig is, is er nog geen overeenstemming bereikt over een nieuwe CAO V. Verschillen van inzicht op detailniveau betekent echter niet dat de besturen van FWV en FDV over de hoofdlijnen verschillende opvattingen hebben.

      Het initiatief

      In de achterban van de FDV heeft een initiatiefgroep een handtekeningenactie in gang gezet en heeft voldaan aan de statutaire eis van tenminste 100 handtekeningen om het bestuur te verzoeken een ALV te houden. Het bestuur verwijst naar de statuten en de integrale tekst die de initiatiefgroep naar het bestuur heeft gestuurd. Het bestuur heeft, na controle en vaststelling van de juistheid van de handtekeningen en de gegevens, gehoor gegeven aan dit verzoek. Het bestuur ziet dit als een democratisch recht waar onze achterban gebruik van wenst te maken en schept dan ook de voorwaarden om een goed verloop mogelijk te maken.

      Standpunt van het bestuur

      Uiteraard heeft het bestuur overwegingen en gedachten bij de het initiatief.

      Allereerst meent het bestuur dat met het gevoerde beleid in een nieuwe CAO een betere rechtspositie wordt bewerkstelligd, zonder ondernemersrisico voor de werknemer, dan bij het voorstel van de initiatiefgroep. Door in te zetten op voldoende variabiliteit en flexibiliteit binnen de nieuwe CAO samen met een hogere salarisgrondslag zal een grote meerderheid van de fysiotherapeuten in loondienst in de vrije praktijk een beter (salaris- en arbeidsvoorwaarden) perspectief krijgen dan thans het geval is.

      De handhaving van een variabel salarissysteem op de huidige grondslagen en naar omzet gerelateerd (zoals de initiatiefgroep voorstelt) is naar het oordeel van het bestuur een niet meer uitvoerbaar model. Nu niet en zeker in de toekomst niet. Wellicht dat uitvoerbaarheid op praktijkniveau wel mogelijk is, maar dan kiest men voor afschaffen van een landelijke CAO.

      Wanneer voor het standpunt van de initiatiefgroep wordt gekozen, wordt het handhaven van een keuzemogelijkheid binnen de CAO voor een vast of variabel salarissysteem niet alleen een keuze voor de werknemer maar ook voor de werkgever. Voor toekomstige toetreders op de arbeidsmarkt blijft er de onzekerheid over wat een werkgever zal aanbieden. Het bestuur van de FDV wil af van het ondernemersrisico voor werknemers.

      Reactie op de argumentatie van de initiatiefgroep

      – De stelling van de initiatiefgroep dat alleen het vaste salaris gekoppeld is geweest aan het salarisbestanddeel en dat het variabele salaris van de CAO 2003 nooit gekoppeld is geweest aan het tarief maar aan het percentage van de omzet, is feitelijk onjuist. Zowel vast als variabel salaris zijn altijd en ook in de CAO 2003 direct gerelateerd geweest aan het inkomensbestanddeel van het CTG tarief (of als onderdeel van het tarief voor de verrichte behandeling dan wel als afgeleide van het norminkomen in tarief bij een normwerksituatie).

      – Terecht wijzen de initiatiefnemers bij de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten op het ontbreken van een relatie met het tarief. Tevens dat daar tussen werkgever en werknemer op praktijkniveau een regeling getroffen kan worden. Dit mag en kan altijd, maar waar liggen de garanties, en vooral waar liggen de (onder-) grenzen? In eerdere CAO V’s en ook in de toekomstige CAO V mag men in voor de werknemers positieve zin afwijken. Het is echter nagenoeg onmogelijk, bij handhaving van een vatiabel salarissysteem, om zaken landelijk te regelen wanneer er in de toekomst veel variaties per praktijk en tussen praktijken gaan ontstaan. Het bestuur heeft overigens geen bezwaar tegen variatie maar wil de kans op willekeur, waar dat maar mogelijk is in een nieuwe CAO, beperken en gaat liever voor de duidelijkheid. Dat kan met een loongebouw met salarisschalen met een perspectief dat beter is dan in de huidige situatie.

      – De stelling van de initiatiefgroep over de Wet WALVIS is juridisch niet hard te maken. Het gaat hier wel degelijk om een tijdelijk uitstel door de belastingdienst. Het FDV bestuur kan de stelling van de initiatiefgroep daarom niet voor haar rekening nemen omdat de gevolgen voor aansprakelijkheid een onaanvaardbaar groot risico voor de vereniging zijn.

      – De opvatting van de initiatiefgroep dat het variabel salarissysteem beter bij de vrijgevestigde praktijken past, wordt niet onderbouwd en wordt ook niet door het bestuur onderschreven.

      – De initiatiefgroep verwijst naar de FysioForum enquête en stelt dat er duidelijk behoefte is aan een vernieuwd omzetgerelateerd variabel salarissysteem en stelt dat uit genoemde enquête ruim 80% voor het voortbestaan van het variabel salaris is. Het bestuur is op geen enkele wijze bij deze enquête betrokken geweest en kan over de bedoelingen en achtergronden geen oordeel geven. Het bestuur voelt wel de behoefte enkele nuancerende opmerkingen te maken.

      o Het bestuur wil binnen de nieuwe CAO voorwaarden scheppen voor het behoud van de mogelijkheid van een variabel salaris. Ook de flexibiliteit die door veel leden wordt genoemd wil het bestuur behouden. Het is tegen handhaving van het huidige variabel salarissysteem. Dit verschil tussen variabel salaris en toepassen van het variabel salarissysteem is in de enquêtevraagstelling wellicht onvoldoende meegenomen en meegewogen door de respondenten.

      o Naar aanleiding van genoemde 80% van de mensen (N= 443) die gereageerd heeft op die enquête. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen werkgevers en werknemers. Gezien deze cijfers is het de vraag of deze aantallen representatief zijn voor het ledental van FWV en FDV gezamenlijk (ongeveer 13.000 – 14.000 leden)?

      Wat kunnen de gevolgen zijn die voortvloeien uit de extra ALV?

      Algemeen

      De leden blijven onder alle omstandigheden in de positie om het resultaat van de CAO- onderhandelingen te beoordelen en te besluiten of de nieuwe CAO er komt of niet.

      We schetsen de mogelijke uitkomsten van de ALV hieronder:

      De ALV steunt het beleid van het bestuur onverkort.

      Het bestuur heeft het mandaat van de ALV om de onderhandeling op de ingezette lijn voort te zetten.

      De ALV steunt het beleid van het bestuur en doet wijzingvoorstellen waarvan het bestuur de gevolgen voor haar rekening kan nemen.

      Het bestuur heeft mandaat van de ALV om de ingezette lijn met bijstellingen voort te zetten.

      De ALV steunt de voorstellen van de initiatiefgroep en wijst daarmee het beleid van het bestuur af.

      Het bestuur heeft geen mandaat meer om haar beleid tot uitvoering te brengen. Het bestuur zal genoodzaakt zijn de demissionaire status aan te nemen en een nieuwe ALV voor te bereiden. Er kunnen in de demissionaire periode natuurlijk geen verdere onderhandelingen plaatsvinden, wegens het ontbreken van mandaat. De nieuwe ALV zal naar verwachting pas na de zomervakantie bijeengeroepen kunnen worden. Tijdens deze ALV zullen de bestuursleden hun portefeuille ter beschikking stellen, zonder voordracht van nieuwe bestuursleden vanuit het bestuur. De ALV kan in op die vergadering alsnog beslissen het beleid van het zittende bestuur van een mandaat te voorzien, dan wel besluiten een nieuw bestuur aan te stellen met een nieuw mandaat.

      Zoals eerder aangegeven wordt door het bestuur het democratische recht van haar leden ten volle gerespecteerd. Het bestuur wil op geen enkele wijze een voorschot nemen op de uitkomsten van de extra ALV, maar wijst de leden wel op het belang ervan.

      Het bestuur roept de leden daarom op om aanwezig te zijn of een aanwezig lid te machtigen. Persoonlijke aanwezigheid moet per email (fdv@kngf.nl ) onder vermelding van het lidmaatschapsnummer en “ALV 26 juni 2006” aangemeld worden. Liefst per omgaande om in de voorzieningen (zaalruimte toegangscontrole, en koffie/thee ed.) adequaat te kunnen voorzien.

      Namens het bestuur,

      Henk Teunissen, voorzitter FDV

Weergave van 0 reactie threads
  • Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.