Het Nivel (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) heeft zijn jaarlijkse rapport ‘Zorg door de fysiotherapeut’ gepubliceerd, met daarin de jaarcijfers van 2024 en een analyse van de trends over de periode 2020-2024. Het rapport, gebaseerd op data van 1.162.545 patiënten, 7.848 therapeuten en 543 fysiotherapiepraktijken, schetst een gedetailleerd beeld van een vakgebied in beweging. De belangrijkste conclusies: de patiënt wordt steeds ouder, de directe toegankelijkheid (DTF) neemt verder toe en de behandeldoelen worden in de overgrote meerderheid van de gevallen behaald.**

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Dataverzameling en -analyse

De cijfers in het rapport zijn afkomstig van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn, gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De data worden continu verzameld uit de elektronische patiëntendossiers van deelnemende fysiotherapiepraktijken. Voor de jaarcijfers van 2024 zijn de gegevens van 543 praktijken geanalyseerd, wat een representatief beeld geeft van de eerstelijns fysiotherapeutische zorg in Nederland.

De Fysiotherapiepatiënt in 2024: Vrouwelijker en Ouder

De demografische kenmerken van patiënten die fysiotherapie ontvangen, vertonen een duidelijke trend. In 2024 was, net als in voorgaande jaren, het merendeel van de patiënten vrouw (58,8%). Wat opvalt, is de stijgende gemiddelde leeftijd van de patiëntenpopulatie. In 2024 was de gemiddelde leeftijd 49,9 jaar, een gestage toename ten opzichte van 48,6 jaar in 2020. Met name de leeftijdsgroepen 40-59 jaar en 60-79 jaar zijn sterk vertegenwoordigd, en het aandeel patiënten in de hoogste leeftijdsgroepen neemt over de jaren toe.

Toegankelijkheid: Directe Toegang is de Norm

Een van de meest significante trends is de manier waarop patiënten de fysiotherapeut vinden. In 2024 kwam maar liefst 74,3% van de patiënten op eigen initiatief, via Directe Toegang Fysiotherapie (DTF). Dit percentage laat opnieuw een stijging zien en bevestigt dat de patiënt de fysiotherapeut goed weet te vinden zonder voorafgaande verwijzing.

Slechts 25,7% van de nieuwe behandelepisodes startte via een verwijzing. Van deze verwijzingen was de huisarts de voornaamste verwijzer (56,6%), gevolgd door medisch specialisten (30,6%). Kinderen (0-11 jaar) en ouderen (60+) maken relatief vaker gebruik van een verwijzing. De cruciale poortwachtersrol van de fysiotherapeut bij DTF blijkt uit de cijfers: in slechts 1,1% van de screenings werd de situatie als ‘niet pluis’ bestempeld en de patiënt terugverwezen naar de huisarts, een percentage dat al jaren stabiel laag is.

Meest Behandelde Klachten: Wervelkolom Centraal

De aard van de gezondheidsproblemen waarvoor patiënten fysiotherapeutische hulp zoeken, is consistent. De top 10 van meest voorkomende aandoeningen wordt gedomineerd door spier-, pees- en fascie-aandoeningen aan de wervelkolom. Op de eerste plaats staan klachten aan de lumbale wervelkolom (lage rugpijn), die goed zijn voor 9,0% van alle nieuwe behandelepisodes. Gevolgd door klachten aan de cervicale wervelkolom (nek) en de schouder. Deze top 10 is vrijwel ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.

Omvang en Duur van de Zorg: Efficiënte Behandeltrajecten

Het rapport geeft ook inzicht in de omvang van de zorg. Het grootste deel van de geleverde zorg (66,4%) bestaat uit reguliere zittingen fysiotherapie. De mediaan van de duur van een afgesloten behandelepisode was in 2024 zes weken. Binnen deze periode was het mediane aantal verrichtingen per afgesloten behandelepisode vijf.

Er is een duidelijk verschil zichtbaar tussen chronische en niet-chronische aandoeningen. Voor patiënten met een aandoening van de ‘chronische lijst’ is de zorg logischerwijs omvangrijker. Ook leeftijd speelt een rol: kinderen en ouderen ontvangen over het algemeen meer behandelingen per episode dan volwassenen in de leeftijdscategorie 18-39 jaar.

Positieve Behandelresultaten en Kwaliteitsmeting

De effectiviteit van de fysiotherapeutische zorg wordt onderstreept door de hoge succesrates. In 2024 werd bij 81,6% van de afgesloten behandelepisodes de behandeling beëindigd omdat de patiënt was uitbehandeld en het behandeldoel was bereikt. Wanneer gekeken wordt naar de episodes waarin het behandelresultaat specifiek werd geregistreerd, ligt dit percentage zelfs op 85,8%.

Fysiotherapeuten maken bovendien intensief gebruik van meetinstrumenten om de voortgang en het resultaat te objectiveren. Bij maar liefst 93,9% van de afgesloten behandelepisodes werd minimaal één meetinstrument geregistreerd, een percentage dat al jaren stabiel hoog is. De meest gebruikte instrumenten zijn de ‘Patiënt Specifieke Klachten Lijst’ (PSK) en de ‘Numeric Pain Rating Scale’ (NPRS).

Conclusie: Fysiotherapie als Pijler in de Nederlandse Zorg

Het Nivel-rapport 2024 bevestigt de vitale en groeiende rol van fysiotherapie in het Nederlandse zorglandschap. De toenemende leeftijd van patiënten en de stijgende zorgvraag per praktijk duiden op een groeiend maatschappelijk belang. De hoge mate van directe toegankelijkheid, gecombineerd met een veilige en effectieve triage, toont het vertrouwen van de patiënt en de professionele autonomie van de beroepsgroep. Met bewezen positieve behandelresultaten en een sterke focus op kwaliteitsmeting, blijft fysiotherapie een onmisbare pijler voor de gezondheid en het welzijn in Nederland.