Dankzij digitale analyse van kniefoto’s is beter te voorspellen welke patiënten met pijnklachten later artrose zullen krijgen. Dat stelt Margot Kinds van het UMC Utrecht in haar promotieonderzoek. Kinds promoveert op 24 januari.
Als patiënten nu met pijnklachten in knie of heup bij de huisarts komen, laat die vaak een röntgenfoto maken. Maar deze foto wordt vooral gebruikt om jaren later te kunnen zeggen of een gewricht verslechterd is of niet. Artsen beoordelen patiënten voornamelijk aan de hand van pijnklachten, maar dit is niet perfect. Van de patiënten die pijnklachten hebben, krijgt slechts eenvijfde deel vijf jaar later duidelijke gewrichtsschade.
Voorspellende waarde
Margot Kinds verbeterde de voorspelling van gewrichtsschade in haar promotieonderzoek. Zo blijkt de foto die bij het allereerste artsenbezoek gemaakt wordt al een voorspellende waarde te hebben. Zij gebruikte de gedetailleerde informatie uit röntgenfoto’s van duizend patiënten om hen beter in te delen. Kleine afwijkingen in gewrichtsspleet (een maat voor kraakbeendikte) en het ontstaan van botuitgroeisels blijken het verloop van de artrose over de daaropvolgende vijf jaar te voorspellen. Van de patiënten die volgens Kinds’ nieuwe indeling deze veranderingen op röntgenfoto’s laten zien, krijgt ruim de helft later duidelijke gewrichtsschade. Een fikse verbetering van de voorspelling dus.
De betere indeling versnelt wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe medicijnen. Alleen patiënten met een grote kans op ernstige gewrichtsschade kunnen zo bijvoorbeeld deelnemen aan een onderzoek naar een nieuw middel om deze schade te voorkomen. De eventuele werkzaamheid van zo’n medicijn zal dan sneller blijken.
Verschillende groepen
Kinds’ onderzoek gaat verder. Zij heeft ook de basis gelegd voor het onderscheiden van verschillende groepen artrosepatiënten die elk een eigen ziektebeloop kennen. Bij sommige patiënten is vooral het bot aangedaan, terwijl bij andere patiënten vooral het kraakbeen aangetast is. Weer andere patiënten ontwikkelen geen schade maar houden wel pijnklachten. Patiënten kunnen gerichtere behandelingen krijgen door deze groepen te onderscheiden.
In haar promotieonderzoek maakte Margot Kinds gebruik van gegevens uit het ‘Cohort Heup En Cohort Knie’ (CHECK). Dit cohort is in 2001 door het Reumafonds gestart om een beter beeld te krijgen van de vroege fase van de ziekte artrose. Meer dan duizend deelnemers met pijn en/of stijfheid van de heup en/of knie worden onderzocht. Gedurende tien jaar worden deze CHECK deelnemers gevolgd voor onder anderen het beloop van hun klachten, veranderingen in hun bloed en urine (biochemische markers voor artrose) en de ontwikkeling van veranderingen in het gewricht op röntgenfoto’s.
Bron: uu.nl