De lichamen van de Nederlandse topzwemmers hebben voor haar geen geheimen. De in Brouwershaven opgegroeide fysiotherapeute Jacqueline Stoel trekt sinds enkele jaren intensief op met de nationale ploeg en de leden van het deze dagen weer veel besproken Top Zwemmen Amsterdam.
De wereldkampioenschappen kortebaan in Indianapolis liet ze vorige week aan zich voorbij gaan. Een kwestie van de accu opladen na een reeks van trainingskampen eerder dit jaar en de Olympische Spelen in Athene als eind van een zwerfroute over de continenten. “Ik heb tijden in een kleine wereld geleefd.”
Als voormalig regionaal zwemster had de inmiddels 27-jarige Stoel nooit kunnen bevroeden dat haar carrière zo’n vlucht zou nemen en dat ze doodgewoon in het olympisch dorp in Athene kon rondwandelen. Ooit werd ze derde bij het Zeeuws kampioenschap op de 100 meter vlinder. Tegenwoordig legt ze zich op bescheiden niveau toe op het lange-afstandzwemmen in open water.
De voorbije jaren begon Stoel zich te realiseren dat ze als gespecialiseerd fysiotherapeute mogelijk wél de top kon halen. Al leek Athene te vroeg te komen. “In mijn ambitieplaatje verscheen wel Peking 2008 aan de horizon. Het is allemaal sneller gegaan dan verwacht. Het is vooral een kwestie van geluk hebben en op het juiste moment de juiste mensen tegenkomen. Daarnaast moet je natuurlijk wel de benodigde kwaliteiten hebben en kunnen waarmaken wat er van je gevraagd wordt.”
Schouderklachten
De tegenwoordig in Amersfoort woonachtige Stoel sloot haar studie vijf jaar geleden af met wetenschappelijk onderzoek naar schouderklachten bij zwemmers. Een aanvullende studie manuele therapie volgde. Ook is ze nog altijd bezig met een vervolgopleiding die haar de titel master of science moet opleveren. Vanwege alle reizen met de diverse zwemploegen lag die studie overigens een jaar stil.
Na het afronden van haar opleiding trad ze in dienst bij een particuliere groepspraktijk in Woudenberg, waar ze nog altijd aan verbonden is. Als fysiotherapeute timmerde ze in haar woonplaats aan de weg bij de zwemclub AZ&PC en leerde ze Fedor Hes kennen. Hij introduceerde haar bij Top Zwemmen Amsterdam, een professionele organisatie die de prestaties van de aangesloten zwemmers naar olympisch niveau moest tillen.
Ondanks aanvankelijke tegenwerking van het bestuur kwam ze in het seizoen 2002-2003 via de zijdeur binnen. Meteen volgden het NK en het hele internationale kwalificatie-traject. Omdat Top Zwemmen Amsterdam hofleverancier was van de nationale selectie, kwam Stoel als vanzelf bij Oranje terecht. Het WK in Barcelona was haar eerste grote wedstrijd. Er zouden er nog vele volgen. „Ik heb het geluk dat mijn werkgever sportminded is. Zelf heb ik verder geen bindingen, zodat ik zo in het vliegtuig kan stappen.“
Tijdens die verblijven in het buitenland heeft ze de spieren van de toppers tot in detail leren kennen. “Je zou me kunnen blinddoeken en dan weet ik nog wie ik onder handen heb.”
Stressklachten
Ook van de eigenaardigheden van topsporters heeft ze weet gekregen. “Als de belangen groot worden, gaan sporters anders reageren. Iedereen wil ook op een andere manier worden behandeld. Door stressklachten kan de balans van een lichaam doorslaan. Het is aan ons dat zo vroeg mogelijk te onderkennen, eigenlijk nog voordat ze het zelf voelen. Ik vergelijk ons werk wel eens met de technici in de Formule 1. Wij zorgen voor de finetuning van het lichaam. Het is vaak net dat ene stukje van de legpuzzel tussen vorm en geen vorm hebben. Met onze handen kunnen we het verschil maken.”
Stoel maakte naam met de door haar ontwikkelde core-body training, een variant op bekende landtrainingen, die is gebaseerd op ervaringen uit de revalidatie in een reguliere praktijk. Deze vorm van training, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote ballen, komt de rompstabiliteit van de sporter ten goede en voorkomt blessures.
Preventief handelen staat bij Stoel te allen tijde voorop. “De fysieke belasting van topzwemmers is enorm en loopt op tot dertig uur per week. Ook willen zwemmers die gewend zijn aan een verenigingssituatie bij trainingskampen nog wel eens te veel doen. Zulke lichamen schieten gauw uit evenwicht. Door een fijnzinnige combinatie van water- en landtraining kun je die balans herstellen. Die kennis blijft zich ontwikkelen. Ik leer nog elke dag bij.”
De prestaties van Marleen Veldhuis en de andere zwemmers in Indianapolis heeft Stoel op de voet gevolgd. “Ik moest zelf even bijkomen. Ik ben zo veel onderweg geweest en voel ook een sterke band met de patiënten in mijn praktijk. Die mensen kon ik niet weer in de steek laten. Ik heb de afgelopen jaren ook zo veel aan me voorbij laten gaan. Ik heb tijden in een kleine wereld geleefd. Behandelen, eten, behandelen, alles volgens een strakke planning. Naarmate het vertrek naar Amerika dichterbij kwam, begon het toch weer te kriebelen. Ik heb ook dagelijks contact gehad met de ploeg en ben deze week bij de thuiskomst ook naar Schiphol geweest.”
Door: door Ben van den Aarssen uit PZC.nl