Patiënten met COVID-19 die langdurige klachten ervaren kunnen tijdens het herstel gebruikmaken van eerstelijnszorg door fysiotherapeuten, oefentherapeuten, ergotherapeuten, diëtisten en logopedisten. Wanneer patiënten van meerdere eerstelijnsparamedici tegelijk zorg ontvangen, zijn er per zorgverlener meer consulten dan bij patiënten die door slechts één van deze zorgdisciplines worden behandeld (monodisciplinair). Dit blijkt uit onderzoek door het Nivel op basis van declaratiegegevens die beschikbaar zijn gesteld door Zorginstituut Nederland. Waarschijnlijk ervaren patiënten met multidisciplinaire zorg meer verschillende en ernstigere klachten.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Binnen de fysio- en oefentherapie consulteert 15 tot 20% van de patiënten tijdens de behandeling ook een andere paramedicus. Binnen de andere paramedische disciplines is het aandeel patiënten dat multidisciplinaire zorg ontvangt veel groter: 50 tot 80%. Bovendien verschil het percentage patiënten dat multidisciplinaire zorg ontvangt niet alleen tussen de disciplines, maar het neemt ook toe over de tijd.

Aantal nieuwe consulten per behandeltraject per maand, per zorgdiscipline: donkerblauw betreft consulten aan patiënten monodisciplinaire zorg ontvangen lichtblauw betreft de consulten aan patiënten die multidisciplinaire zorg ontvangen. (bron: Nivel)

Omvang van eerstelijns paramedische herstelzorg na COVID-19

Wat bevindingen op een rij:

  • De meeste patiënten die paramedische herstelzorg na COVID-19 krijgen, ontvangen hierbij zorg van een fysio- of oefentherapeut.
  • Dit is in lijn met de omvang van de verschillende beroepsgroepen: er zijn veel meer fysiotherapeuten en oefentherapeuten dan ergotherapeuten, diëtisten en dan logopedisten.
  • Het gemiddeld aantal consulten per patiënt is ook het hoogst binnen de fysio- en oefentherapie: 23 consulten per patiënt tegenover 4 tot 8 consulten bij de diëtist, ergotherapeut of logopedist.
  • Over de hele breedte van paramedische herstelzorg na COVID-19 is het gemiddeld aantal consulten binnen één paramedische discipline groter wanneer in dezelfde periode ook andere paramedici worden geconsulteerd.
  • Wanneer meerdere paramedische zorgverleners zijn betrokken bij de herstelzorg van een patiënt, wordt doorgaans gestart bij een fysio- of oefentherapeut en wordt daarna pas een ergotherapeut, diëtist en/of logopedist geconsulteerd. Dit beeld blijft vrij constant over de tijd.

De opvallende bevinding dat een zorgdiscipline vaker wordt geconsulteerd door een patiënt wanneer deze ook zorg ontvangt binnen een andere zorgdiscipline, zou erop kunnen duiden dat er in geval van meerdere typen klachten, waardoor verschillende type zorgverleners zijn betrokken,  het herstel per klacht meer inspanning vraagt.

Over het onderzoek

De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op de declaratiegegevens die Zorginstituut Nederland ontvangt vanuit zorgverzekeraars. Paramedische herstelzorg is geselecteerd op basis van specifieke diagnose- en prestatiecodes.
Het onderzoek maakt deel uit van het door ZonMw gesubsidieerde project ‘Paramedische herstelzorg voor patiënten met COVID-19’. Dit project is een unieke samenwerking tussen vele partijen op het gebied van paramedische zorg: het wordt uitgevoerd door acht kenniscentra (universiteiten, hogescholen en het Nivel) en gecoördineerd door Radboud UMC. Bij het project zijn patiënten, verschillende paramedische beroepsorganisaties, huisartsen, medisch specialisten, verzekeraars en Zorginstituut Nederland betrokken.