De rechtbank Noord-Holland heeft een chiropractor vrijgesproken van het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel. Een patiënt werd onwel tijdens een behandeling op 26 januari 2016 in zijn praktijk in Haarlem.
De behandeling en het letsel
Op 22 januari 2016 meldde de patiënt zich met hoofd- en nekpijnklachten bij de chiropractor. De klachten waren op 17 januari 2016 ontstaan en op 19 januari 2016 heeft de huisarts hem doorverwezen naar een fysiotherapeut of chiropractor. Tijdens de eerste behandeling heeft de chiropractor de nek van de patiënt aan beide zijden gemanipuleerd (in de volksmond: gekraakt) en is een vervolgafspraak gemaakt. Op 26 januari 2016 vond de tweede behandeling plaats, waarbij de chiropractor de nek van de patiënt nogmaals heeft gemanipuleerd. Tijdens die tweede behandeling werd de patiënt onwel. Hij heeft het bewustzijn verloren, is gereanimeerd en per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd.
In het ziekenhuis werd vastgesteld dat de patiënt een hersenstaminfarct had doorgemaakt door zuurstoftekort als gevolg van dissectie. En dissectie is een scheiding van de weefsellagen in een slagaderwand door een bloeding. Ten gevolge van het hersenstaminfarct zijn bij de patiënt verschillende neurologische uitvalsverschijnselen ontstaan, waaronder verlamming van de ledematen, spraakstoornissen en stoornissen in het gezichtsvermogen. In de loop der tijd is enige functie teruggekomen, maar de patiënt is door de neurologische uitvalsverschijnselen ernstig beperkt en voor een belangrijk deel zorgafhankelijk.
Onderzoeken deskundigen
In deze zaak hebben verschillende deskundigen onderzoek gedaan naar de vraag of het letsel is veroorzaakt door de nekmanipulatie die de chiropractor bij de patiënt heeft uitgevoerd. Uit de rapporten van de deskundigen blijkt dat er meerdere oorzaken mogelijk zijn waardoor een dissectie van de halsslagader (met als gevolg een hersenstaminfarct) kan ontstaan en dat het ook voorkomt dat een dissectie al aanwezig is maar pas later tot uiting komt. De deskundigen concluderen dat er geen wetenschappelijk bewijs bestaat voor een causaal verband tussen nekmanipulatie en het ontstaan van een dissectie en dat op basis van de medische informatie in deze zaak niet kan worden vastgesteld wat de oorzaak is geweest van de dissectie bij de patiënt.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van een rapport van een neuroloog, die op verzoek van de aansprakelijkheidsverzekeraar heeft onderzocht wat de klachten en beperkingen van de patiënt waren. De neuroloog heeft in zijn rapport geschreven dat de dissecties zijn ontstaan door de manipulatie van de nek. De rechtbank volgt deze conclusie niet, omdat de neuroloog niet voldoende heeft onderbouwd op basis waarvan hij vaststelt dat de dissecties zijn ontstaan door manipulatie van de nek.
Oordeel rechtbank
De rechtbank heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat het aan de schuld van de chiropractor te wijten is dat tijdens de behandeling op 26 januari 2016 zwaar lichamelijk letsel bij de patiënt is ontstaan. Gelet op de conclusies van de deskundigen kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat de dissectie van de halsslagader is ontstaan door de behandeling die de chiropractor bij de patiënt heeft verricht.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de chiropractor zich aan de beroepsnormen van de Nederlandse Chiropractoren Associatie heeft gehouden. Hij heeft voorafgaand aan de behandeling voldoende onderzoek gedaan naar eventuele contra-indicaties om de nekmanipulatie toe te passen. Die waren er niet en dus was er geen reden voor de chiropractor om van de behandeling af te zien.
Ook vindt de rechtbank dat de chiropractor de patiënt niet hoefde te informeren dat dissectie een mogelijk risico van de behandeling zou zijn. Uit de rapporten van de deskundigen blijkt dat bij de huidige stand van de wetenschap niet kan worden vastgesteld dat dissectie van de halsslagader een mogelijk risico is van nekmanipulatie. Bovendien is een dissectie van de halsslagader na nekmanipulatie (met als gevolg een hersenstaminfarct) heel zeldzaam.
Reactie NVMT
Naar aanleiding van het eerdere bericht in het NRC en bovenstaande uitspraak, hebben we naar een reactie vanuit de NVMT gevraagd. Het bestuur stuurde de volgende reactie:
“De NVMT heeft het artikel bestudeerd. Ook de uitspraak kennen we inmiddels. Die geeft de wetenschappelijke stand van zaken weer. Als bestuur zien we geen reden om met een statement te komen”