België gaat het eindexamen voor kinesisten afschaffen

7

Na drie jaar van protest lijkt het beruchte ‘uitgangsexamen’ voor kinesisten te sneuvelen. De Belgische minister van Sociale Zaken, Laurette Onkelinx (PS), laat onderzoeken op welke manier het examen voor afgestudeerde studenten kan worden afgeschaft. Zelf is ze voorstander van de afschaffing. Dat zei ze gisteren in de Kamer.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Het examen ligt al sinds 2005 onder vuur, toen het voor het eerst plaatsvond. Het examen is er gekomen onder impuls van de toenmalige federale minster Frank Vandenbroucke, die zo het teveel aan kinesisten wilde inperken. Maar intussen is van een overschot geen sprake meer. Integendeel, de prognoses wijzen op middellange termijn op een tekort.

Ook tegen de manier waarop het examen werd georganiseerd, hebben studenten en hun docenten betoogd. Het is een ‘uitgangsexamen’, voor afgestudeerden. Dat betekent dat studenten vier of vijf jaar studeren om daarna misschien uit de boot te vallen.

Het examen selecteert voor het hele land 450 kinesisten (270 aan Vlaamse en 180 aan Franstalige kant). Alleen zij krijgen een Riziv-nummer, noodzakelijk om zich als zelfstandige kinesist te vestigen.

Die selectiemethode loopt nu dus op haar laatste benen, al wilde Onkelinx gisteren niet zeggen wanneer het definitief de laatste keer zal zijn. Wel kondigde ze voor de kinesisten al enkele maatregelen aan die onmiddellijk in werking treden. Zo houdt ze ook volgend jaar vast aan het contingent van 450 Riziv-nummers. Normaal was vastgelegd dat dit aantal naar 350 zou zakken.

Tegelijk bekijkt de minister hoeveel van de geslaagde kinesisten van de voorbije jaren ook effectief gebruik maken van hun Riziv-nummer. Als blijkt dat er bijvoorbeeld jaarlijks vijftig dat niet doen, dan trekt ze het contingent van die jaren telkens met vijftig op.

Een pak kinesisten die niet slaagden voor hun examen, komen zo toch nog in aanmerking voor dat broodnodige nummer.

Wat er gebeurt met de studenten die desondanks nog steeds niet in aanmerking komen omdat ze niet slaagden, is nog niet duidelijk. Voor hen zal een overgangsregeling nodig zijn.

Bron: De Standaard (Be)