Een groot deel van patiënten met fibromyalgie heeft baat bij een gerichte groepsbehandeling, bestaande uit een combinatie van oefentherapie en cognitieve gedragstherapie. Dit blijkt uit het proefschrift van psychologe drs. Saskia van Koulil, verbonden aan de afdeling Medische Psychologie van het UMC St Radboud. Zij promoveerde op 17 december op onderzoek bij patiënten van de Sint Maartenskliniek.
Fibromyalgie is een chronische pijnaandoening, die veel voorkomt: bij twee tot tien procent van de bevolking. De voornaamste klachten zijn pijn, stijfheid, slapeloosheid en vermoeidheid. Deze klachten gaan vaak samen met bewegingsproblemen, angst en depressiviteit. De exacte oorzaak van fibromyalgie is onbekend, maar de invloed ervan op de kwaliteit van leven van de patiënt is groot. Fibromyalgie wordt gerekend tot de reumatische ziekten. Er zijn geen geneesmiddelen om de aandoening te genezen. Patiënten nemen vaak hun toevlucht tot pijnstillende, slaapbevorderende of kalmerende middelen, doorgaans met weinig resultaat.
Individuele verschillen
De Sint Maartenskliniek heeft een therapie voor fibromyalgie ontwikkeld die een combinatie is van cognitieve gedragstherapie en oefentherapie. Ook elders in Nederland en in het buitenland experimenteren medische centra hiermee. Promovenda Saskia van Koulil legt uit: ‘In de Sint Maartenskliniek gaat het om een intensieve groepsbehandeling van twee maal per week gedurende acht weken. Naast cognitieve gedragstherapie krijgen de deelnemers gerichte oefentherapie, ontspanningsoefeningen en hydrotherapie om op een goede manier te leren bewegen. Ze leren al met al om constructief tegen hun aandoening aan te kijken en er gedragsmatig en mentaal beter mee om te gaan.’
De resultaten van de behandeling verschillen van patiënt tot patiënt. Van Koulil deed onderzoek naar mogelijkheden om de combinatietherapie te verbeteren. Zij zegt: ‘Patiënten krijgen doorgaans één en dezelfde behandeling, er wordt geen rekening gehouden met individuele verschillen. Zo zijn er patiënten met fibromyalgie die relatief goed met de ziekte kunnen omgaan. Voor hen lijkt de meerwaarde van de intensieve combinatietherapie beperkt. Maar anderen lopen in het dagelijks leven vast, ze kunnen hun klachten niet hanteren. Voor die patiënten is de behandeling wel nuttig.’
Profiel
Het is daarom van belang om de deelnemers aan de behandeling vooraf te screenen, aldus Van Koulil, zodat alleen degenen geselecteerd worden die er baat bij kunnen hebben. Haar promotieonderzoek bevestigt dit. Maar behalve door selectie werd de therapie ook vernieuwd door hem af te stemmen op het profiel van de patiënt. Van Koulil: ‘Mensen met fibromyalgie kun je grofweg indelen in twee groepen. Sommige patiënten proberen te voorkómen dat ze pijn krijgen, door minder te bewegen en hun activiteiten te beperken. Daardoor gaat hun conditie achteruit en raken ze in een maatschappelijk isolement. En de klachten blijven of verergeren zelfs. De andere groep verzet zich juist tegen de pijn door actief te zijn. Ze hopen dat de klachten overgaan als je ze negeert. Ook die strategie heeft zelden succes.’
Van Koulil toont aan, dat het zinvol is om deze twee groepen patiënten voorafgaand aan de behandeling uit elkaar te halen en hen afzonderlijke programma’s aan te bieden; meer maatwerk dus. ‘Uit mijn onderzoek is gebleken dat deze aanpak inderdaad werkt. De ene groep leert om de angst voor bewegen te overwinnen, de andere groep leert om overbelasting te voorkomen. Beide groepen geven na afloop van de therapie aan dat de pijn, vermoeidheid en andere klachten duidelijk afgenomen zijn en dat de negatieve impact van de ziekte op hun dagelijks leven kleiner is geworden. Zes maanden later is dat gunstige effect er nog steeds.’
De behandelingen worden inmiddels op verschillende plaatsen in Nederland aangeboden. De Sint Maartenskliniek lanceert volgend jaar een netwerksite om de zorg rond fibromyalgie beter onderling af te stemmen.
Bron: UMC St Radbout