Mensen met schouderpijn en daarnaast een pijnlijke of stijve nek, verdubbelen hun kans op herstel als ze hun botten laten ‘kraken’, zo ontdekte bewegingswetenschapper Gert Bergman. Hij pleit er dan ook voor om deze patiënten vaker door te verwijzen naar een manuele therapeut.Eén op de vijf Nederlanders heeft schouderklachten en de helft van hen heeft ook pijn in de nek. De huisarts behandelt doorgaans met pijnstillers of ontstekingsremmers, of een ontstekingsremmende injectie in het schoudergewricht. Helpt dit niet, dan krijgt de patiënt een verwijzing naar de fysiotherapeut. Hoewel deze strategie op de korte termijn voor veel patiënten effectief is, voorkomt de behandeling niet dat de schouderklachten op den duur vaak terug komen. Dit geldt met name voor patiënten die naast de schouderklachten ook pijn of bewegingsbeperkingen in de nek hebben.
Bergman onderzocht honderdvijftig mensen met schouder- en nekklachten die de huisarts bezochten. Alle patiënten kregen de gebruikelijke behandeling volgens de NHG-standaard voor huisartsen. De helft van hen werd aanvullend behandeld door een manuele therapeut. Na twaalf weken was 43 procent van hen hersteld, ten opzichte van 21 procent van de patiënten die de gebruikelijke behandeling onderging. Ook na een jaar waren de positieve effecten van manuele therapie nog te zien. Bovendien hadden patiënten na manuele therapie minder pijn en waren ze minder beperkt in hun functioneren. Deze effecten zijn te bereiken tegen relatief lage extra kosten, zo becijferde de promovendus.
Gert Bergman (Hasselt Ov., 1976) studeerde bewegingswetenschappen in Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de disciplinegroep Huisartsgeneeskunde (RUG), het Centrum voor Revalidatie (AZG) en binnen het Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken. Het onderzoek is gefinancierd door NWO. Vanaf februari 2005 is Bergman Research Associate bij Mapi Values Nederland te Houten. Bron: RUG
Ik vind de conclusie dat manuele therapie beter zou helpen bij het behandelen van mensen met schouder- en nekklachten opmerkelijk. De bewegingswetenschapper geeft eerst een conclusie over fysiotherapie, die hij nergens hard maakt en doet vervolgens een onderzoek waar hij de behandeling van de manueeltherapeut vergelijkt met de behandeling van de huisarts!? De fysiotherapeut wordt ineens nergens meer in betrokken, waarna de bewegingswetenschapper vervolgens wel de conclusie durft te trekken dat de huisarts mensen met gecombineerde klachten van nek en schouder voortaan door moet sturen naar de manueeltherapeut. De reguliere fysiotherapeut wordt hier dus gewoon buitenspel gezet.
Met vriendelijke groeten,
Corinne Vrijland
Fysiotherapeut