Plasklachten bij mannen hebben in het algemeen minder invloed op hun kwaliteit van leven dan tot nog toe werd aangenomen. Het ligt aan de manier waarop mannen normaal gesproken met hun problemen omgaan of plasklachten hun kwaliteit van leven verslechtert. ‘Actief aanpakken’ lijkt de beste manier. Dit concludeert Esther Kok van het Erasmus MC in haar onderzoek waarop zij morgen promoveert.
Wereldwijd is bekend dat 1 op de 4 mannen tussen de 40 en 80 jaar plasklachten heeft. Tot nog toe ging men ervan uit dat deze plasklachten altijd gepaard gingen met een verslechterde kwaliteit van leven. Kok vond met haar onderzoek echter dat in het algemeen plasklachten bijna geen invloed hebben op de ervaren kwaliteit van leven van mannen in de bevolking. Juist de manier waarop mannen, die plasklachten krijgen, in het algemeen met problemen omgaan maakt een groot verschil in de ervaren kwaliteit van leven. Mannen die het gevoel hebben zelf in controle te zijn, doordat ze vaak hun problemen actief aanpakken, ervaren een verbeterde algehele kwaliteit van leven. Actief aanpakken van hun plasklachten kan dan variëren van naar de huisarts gaan en om een behandeling vragen, tot zelf bij de drogist middeltjes kopen (al dan niet met placebo-effect), tot bepaalde gewoontes aanleren die het gevoel geven actief met de klachten aan de slag te zijn. Er bestaat een groep mannen die plasklachten krijgen, bij wie de kwaliteit van leven wel verslechtert. De manier van aanpak van deze mannen kenmerkt zich door geruststellende gedachten als ‘na regen komt zonneschijn’, ‘het probleem lost zich vanzelf op’, of ‘er zijn ernstiger problemen’.
Kok maakte gebruik van een reeds zeven jaar lopend onderzoek onder 1688 mannen uit Krimpen aan den IJssel tussen de 50 en 78 jaar. Zij benadrukt dat haar onderzoek zich alleen richtte op plasklachten. Het betekent niet dat deze manier van omgaan met een aandoening bij andere aandoeningen automatisch hetzelfde effect heeft.
Bron: ErasmusMC