Bij het verdelen van middelen in de gezondheidszorg wordt vaak gekeken naar de effectiviteit en doelmatigheid. De doelmatigheidseis botst nogal eens met opvattingen over rechtvaardigheid.
Dat constateert Elly Stolk, zij promoveert op 2 september aan de Erasmus Universiteit op haar proefschrift “Equity and efficiency in health care priority setting: how to get the balance right?”. In haar proefschrift gaat zij in op de vraag welke verdeling van middelen in de zorg rechtvaardig is. Uit onderzoek blijkt dat het solidariteitsgevoel met zieken toeneemt naarmate de ziekte ernstiger is. Middelen voor mensen die ernstiger ziek zijn mogen dus meer kosten. Een rechtvaardige verdeling van middelen houdt daarom naast doelmatigheid ook rekening met de verschillen in ziektelast.
Minder strenge eisen
Bij de huidige beleidsmodellen gebeurt dat nog niet. Stolk heeft modellen ontwikkeld om te bepalen wanneer zorg wel en wanneer niet uit publieke middelen vergoed worden. Zij houdt daarbij rekening met zowel doelmatigheid als ziektelast. Het model stelt minder strenge eisen aan doelmatigheid naarmate de ziekte ernstiger is, en omgekeerd. Hoe het systeem uitpakt voor prioritering wordt binnen haar proefschrift geïllustreerd aan de hand van tien aandoeningen en behandelingen, waarvoor zowel de doelmatigheid als de ziektelast bepaald zijn. Verschillen in ziektelast verklaren waarom een zeer doelmatig medicijn als Viagra niet vergoed wordt, en een minder doelmatig middel zoals chemotherapie wel.
Ten goede
Stolk concludeert dat een systematische toepassing van het ontwikkelde beleidsmodel de transparantie en consistentie van het geneesmiddelenvergoedingbeleid ten goede zal komen. Om het model toepasbaar te maken voor beleid wordt verder onderzocht wat mensen onder een rechtvaardige verdeling verstaan. Ook wordt bekeken in welke mate extra kosten geaccepteerd worden voor de behandeling van ernstigere ziekten. Zo kan recht gedaan worden aan de wens om middelen efficiënt maar ook eerlijk te verdelen, terwijl die twee doelen vaak tegenstrijdig zijn.
Bron: Zibb