Huisartsen zijn deze week druk met actievoeren. Dinsdag demonstreren ze voor het Tweede-Kamergebouw in Den Haag tegen de invoering van marktwerking in de gezondheidszorg. Vanaf woensdag gaan veel artsen simpelweg in staking, voor de beroepsgroep vrij uniek.
Patiënten hebben het nakijken. Die moeten hun klachten even voor zich houden. Voor noodgevallen kunnen ze naar het ziekenhuis. De meeste artsen maken voor ernstig zieke patiënten een uitzondering. De actiebereidheid onder huisartsen lijkt groter dan ooit. De doorgaans keurige dames en heren verslikken zich bijna van woede als het beleid van de regering ter sprake komt.
De regering voert volgend jaar een nieuw stelsel voor ziektekosten in. Een van de bedoelingen is om de gezondheidszorg efficiënter te maken, omdat de kosten de pan uitrijzen. Ziektekostenverzekeraars kijgen in het nieuwe systeem zeggenschap over de manier waarop artsen hun werk doen. De artsen zijn daar woedend over. Zij, als integere medici, willen niet in handen vallen van ‘de snelle jongens van het grote geld’. De huisartsen willen daarbij ook meer geld van de regering.
Hoogervorst
Het conflict speelt al lang, maar wordt steeds heftiger. En dat komt niet in de laatste plaats door de poppetjes die een sleutelrol spelen. Minister Hoogervorst van Volksgezondheid (VVD) heeft zichzelf als doel gesteld de Nederlandse gezondheidszorg revolutionair te reorganiseren. Hij heeft haast, want er moet veel gebeuren. Tegenspraak komt hem dus niet goed uit.
Tot nu toe gaat het Hoogervorst voor de wind. Het tegenspel vanuit de oppositiepartijen in de Tweede Kamer is vrij ongevaarlijk. Grootste opponent PvdA is het vaak min of meer met de hervormingsplannen van de minister eens. Daarbij zijn er natuurlijk wel eens wat organisaties in het veld die de minister de voet dwars proberen te zetten, maar daar walst hij gewoon over heen. De enige club waarbij hem dat niet lukt is de Landelijke Huisartsen Vereniging.
Bron: ANP
Hans im Glück?
In het restaurant van het parlementsgebouw zit Hans Hoogervorst te
miezeren. Het is rustig in zijn buurt, het lijkt wel of de andere bezoekers
om hem heen een soort leegte geeerbiedigd hebben, een niemandsland.
Het valt hem blijkbaar niet op, zo was het op de creche indertijd en zo bleef het in het vervolgtraject. Als er even later een omfloerst luikende
secretaresse met een banaantje op haar plate langsritselt trekt Hans
schielijk zijn krantje als een barricade omhoog: Stel je voor dat deze
onbereikbare schoonheid zou vragen of er nog een stoel aan zijn tafel
vrij was. Hij zou er een weeklang van blijven stotteren en hakkelen en
dat kan hij nou net niet gebruiken in zijn strijd om de huisartsen met
ferme taal onderuit te halen.
Langzaam verwijderen zich de tikkende hakjes en Hans’ ogen accomoderen naar de krantenpagina. Zijn Telegraafje is een hoeksteen
voor zijn standvastigheid; de macht aan de groten der aarde en neersabelen het lastige gepeupel wiens vocabulaire ontwikkeling niet verder reikt dan het rillingen bezorgende woord chronisch offe, De Zorg is geen Markt. Brrr….
Ah, daar staan wat stellingen uit proefschriften van academische studenten. Ja, ja die huidige hoog opgeleiden zijn allemaal VVD stemmers. Vroeger moest je tot je vijfentwingste of dertigste progressief zijn. Dat was hip en onschuldig; later ging je toch maar voor het grote gewin. Maar nu, ha, ja, ja, nu stemmen die jongelui meteen op
de VVD. Want met de VVD rijden we vóór ons dertigste al in een coupé.
Hm, wat staat daar? Hans’ kraaloogjes richten zich op een stelling van
een Delft’s studentje.
“Het is denkbaar dat een 3 daagse stakingsactie van de huisartsen de noodzakelijkheid en onmisbaarheid van dezen juist niét bevestigen.”
“Juist niét bevestigen?” Ergens onder de schedel van Hans begint iets te
koortsen. “Jaaaaaaaa,” galmt het luidhol door het restaurant. Rondom vallen er messen en vorken kletterend op de vloer. Dan is het doodstil.
Schielijk gluurt Hans om zijn krant heen de ruimte in. Iedereen staart naar hem met open mond tussen twee kauwbewegingen. Hans trekt een vies gezicht bij het zien van de halfvermengde brij in die gapende
gaten in die verstarde tronies. Hij draait zijn stoel en rug naar de eters
en leest nog eens die quote.
Hi, hi, nou kan ik ze pakken; zo kan ik bewijzen dat 90% van de bezoeken aan de huisartsen shopperij is. Immers als die patienten hun
gezondheidsprobleem ondergeschikt maken aan een flutactie van de huisartsen dan is hun pijntje nog fluttiger dan die actie. Wat ben ik toch
slim hé; hij kijkt uit zijn ooghoeken de zaal in en klopt zich parmantig op
zijn kruin. Net Mr. Bean glundert Hans. Leve het artsenoverschot.
Eigenlijk hoop ik dat ze nog vaker gaan staken; het zal zalvend zijn voor die shoppende pseudopatienten. Na een poosje zullen ze denken dat de klacht ook vanzelf verdwijnt.
Hans bekijkt de signatuur onder de stelling: H.H. HaaaaHaaaaa?????
Déja Vue??? Hij hoort in zijn hoofd een sinister stemmetje treiteren: “dat
ben jijzelf geweest, toch? Dat is toch jouw stijl?”
En Hans ziet niet de kop van een artikel naast de stellingen:
“Patientenorganisaties ontevreden over lange wachttijden bij huisartsen”
En zo werd Hans uiteindelijk toch afgerekend op het met kwade opzet gebruiken van oneigenlijke argumenten. Wishful thinking? Ha Ha.
Herrie