Een kunstheup bij een jonge patiënt? Het gebeurt inderdaad en zelfs steeds vaker. Het behalen van goede resultaten is daarbij een uitdaging, want jonge patiënten zijn actiever dan oudere. Bovendien ligt aan heupproblemen bij jonge patiënten vaak een ziekte ten grondslag die resulteert in botdefecten. Maar het gaat er niet alleen om dat de eerste kunstheup goed functioneert, hij moet ook vervangen kunnen worden.
De levensduur van de kunstheup is namelijk minder dan de levensverwachting van de patiënt. Daniël de Kam laat in zijn proefschrift zien dat het UMC St Radboud goede resultaten boekt bij patiënten onder de vijftig jaar. Dat komt omdat de orthopeden voor deze groep gecementeerde kunstheupen gebruiken, waarbij de prothese aan het bot gefixeerd wordt met botcement, en zij botdefecten reconstrueren met geïmpacteerde (dat wil zeggen: stevig aangestampte) botsnippers, die weer ingroeien tot eigen bot. De Kam toont aan dat met deze technieken niet alleen de eerste kunstheup een goede overleving heeft, maar ook de revisie-kunstheup. En dat is goed nieuws. Want het doel is om de jonge heuppatiënt pijnvrij en mobiel te houden.
Bron: umcn.nl