Het doen van enkele eenvoudige oefeningen is effectiever het gebruik van pijnstillers bij een pijnlijke stijve nek volgens een recent onderzoek.
Minstens drie kwart van de mensen krijgt op enig moment in hun leven te maken met een pijnlijke nek en velen nemen pijnstillers of brengen een bezoek aan een chiropractor. Beeldschermwerkers lijken het meest vatbaar voor deze aandoening.
“Er is goed nieuws voor de patiënt die er zelf iets aan wil kunnen doen,” zegt Gert Bronfort, vice-president van het onderzoek aan de Northwestern Health Sciences University in Bloomington, Minnesota, en hoofdauteur van het onderzoek. Het onderzoek is de eerste door de overheid gefinancierde onderzoek naar de behandeling van nekpijn.
Dr Bronfort en zijn onderzoeksteam vergeleek de manipulatie door een chiropractor, thuis oefeningen en medicatie op de effectiviteit voor het verlichten van pijn in de nek en publiceerde deze maandag in de Annals of Internal Medicine. Hoewel manipulatie van de wervelkolom al aangetoond effectief bleek te zijn als behandeling van lage rugpijn, was er minder bekend over de impact op de wervelkolom van de nek.
Dr Bronfort zei een nek-retractie uit te oefenen, of een kip-achtige manoeuvre van het hoofd, waardoor het hoofd naar achteren wordt bewogen en de kin iets naar beneden werd gehouden, bijzonder nuttig bleek tezijn.
De studie suggereert ook dat een chiropractor of fysiotherapeut vrij gespannen spieren en gewrichten door middel van manipulatie van de wervelkolom kan verlichten en nekpijn kan verminderen.
De studie omvatte 272 mensen die minstens twee weken maar ook niet langer dan drie maanden, zonder specifieke oorzaak pijn in de nek hadden. Ze werden verdeeld in drie behandelingsgroepen. De onderzoeksvraag was of manipulatie van de wervelkolom effectiever zou zijn dan thuis te oefenen of medicijnen bij het verlichten van pijn in de nek na 12 weken.
De onderzoekers ontdeketen dat manipulatie van de wervelkolom en thuis oefeningen ongeveer even effectief bleken. Beide waren beter dan medicatie alleen tijdens de verschillende meetmomenten in de studie. Pijn en andere metingen inclusief de mobiliteit van de nek werden vanaf twee weken tot maximaal een jaar na het onderzoek gevolgd.
Deelnemers aan de studie werden toegewezen aan een van de drie groepen. Een groep werd toegewezen aan een behandeling door chiropractors, die individuele behandelingen planden met de patiënten.
Een andere groep kreeg de opdracht om thuis de oefeningen te doen.
De mensen in deze groep ondergingen een twee sessies van een uur lang waarin de oefeningen uitgelegd werden. De deelnemers kregen de opdracht om elke oefening vijf tot tien herhalingen en meerdere keren per dag uit te voeren.
Mensen in de medicatie groep werden behandeld met niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen, zoals ibuprofen, paracetamol en / of spierverslappers. Sommige patiënten kregen ook sterkere medicatie.
Advies over het al om actief te blijven of het wijzigen van activiteiten werd op een case-by-case basis gemaakt.
Ongeveer 80% van de patiënten uit de manipulatie-groep en de oefen-groep rapporteerden een reductie van ten minste 50% van de pijn na 12 weken in vergelijking met ongeveer 70% van de mensen in de medicatie-groep.
Ongeveer 30% van de patiënten in de oefening en manipulatie groepen rapporteerde een 100% reductie in pijn niveaus tijdens dezelfde periode in vergelijking met ongeveer 13% van de patiënten in de medicatie-groep.
Bron: Annals.org
Beste Rob wat ik mis bij zo een artikel is de exacte literatuuraangifte: van wie precies is dit recente onderzoek en waar worden of zijn de resultaten gepubliceerd? Het was even Googlen maar dan heb je ook wat: http://www.annals.org/content/156/1_Part_1/1.abstract helaas geen full text, maar wel als je even verder klikt gefundeerde kritiek op deze studie: http://www.annals.org/content/156/1_Part_1/1.abstract/reply#annintmed_el_138573
Deze kritische noten maken de nieuwswaarde van zo een artikel toch wel gering en van telegraafwaarde.
Verdere opmerkingen: Het oefenprogramma bevatten vooral veel retractie en retractie- extensie oefeningen. Dat dit de meest voorkomende gevonden therapeutische richting na een McKenzie/MDT onderzoek is weten MDT-ers al jaren. Dat je elke 2 uur moet oefenen en dan op 6-8 keer per dag komt ook. MDT-ers geven dan niet een heel programma met zoveel oefeningen op, maar alleen 1 oefening van de meest zinvolle richting. Naast enorme tijdsbesparing ook gegarandeerd beter voor de compliance. ( hoe was het daarmee gesteld in dit onderzoek?) 50% verbetering na 12 weken vind ik mager, misschien waren de resultaten nog beter geweest als ze de patiënten een individueel programma hadden gegeven, waarbij in ieder geval de niet-gunstige richtingen voor die patiënt waren weggelaten? Bijvoorbeeld een rotatierichting een lateroflexierichting en in de meeste gevallen de flexie oefening. (ziet er hier niet uit als retractie flexie maar als laagcervicale flexie). MDT leidt in mijn klinische ervaring tot zeer goede resultaten (en dus werkplezier), maar het onomstotelijke wetenschappelijk bewijs hiervoor is ook door de MDT ook zeker nog niet geleverd.
Verder hoop ik tenminste niet dat de conclusie van collega’s is dat je elke nekpatiënt even Alle oefeningen van de PDF aanleert en ze dan een kopietje mee naar huis geeft en dan denkt dat dit goede fysiotherapie is… Raadsel is waarom men na deze conclusie überhaupt nog zou manipuleren als hetzelfde resultaat ook met oefenen bereikt wordt. Manipuleren is niet zonder risico, (zei ook kritieken) de patiënt blijft afhankelijk van zijn therapeut en houdt een outer locus of control. Allemaal niet wenselijk. Maar ja, is meneer Bronchfort een chiropractor of werd het onderzoek bekostigd door een soort chiropractiestichting?
Hallo Koen,
Bedankt voor je reactie. In het bovenstaande artikel is overigens wel een link opgenomen naar het origineel. En de reacties daar kan ik natuurlijk niet meenemen maar gelukkig hebben de jouw kritische noot hier :o)
Blijf kritisch, blijf volgen,
Rob
Yes, ok de link stond er al in.. goed gedaan, voor niets gegoogled.
Sorry,
Koen.
“(….)Dr. Mariëlle Goossens (Revalidatiecentrum Hoensbroek) spreekt over relaties tussen chronische pijn en nekklachten. De omvang van het probleem duidt er op dat op dit moment geen effectieve behandelvormen bestaan die chroniciteit voorkomen.
Aangezien een biomedisch model geen afdoende verklaring biedt voor de grote groep patiënten met aspecifieke klachten, dienen tevens psychologische en sociale factoren te worden beoordeeld. Ze gaat vooral in op de psychologische factoren en benadrukt het belang van inadequate cognities zoals catastroferen (uitspraken:”Ik denk voortdurend aan de pijn‘, ”Ik denk dat de pijn erger zal worden‘, ”Ik wordt gek van de pijn‘.).
Catastroferen leidt vaak tot angst; angst voor pijn, letsel en/of ziekte. Om angst te reduceren heeft de therapeut een viertal middelen tot zijn beschikking. In tabel 1 worden deze middelen genoemd en wordt tevens aangegeven in welke mate de neurale (over)activiteit en de inadequate cognities daadwerkelijk worden beïnvloed.”
bron: nvmt.nl – manuele therapie. 29-7-2004
NB: Patiënten behorende tot categorie WAD 3,4 zo ook Subgroep 2 (lees: afdoende verklaring) vallen buiten de KNGF-richtlijn.
“Aangezien een biomedisch model geen afdoende verklaring biedt voor de grote groep patiënten met aspecifieke klachten, dienen tevens psychologische en sociale factoren te worden beoordeeld.”
Of het biomedische model te worden verbeterd. Zo bevestigt dit onderzoek dat het doen van retractieoefeningen pijnverminderend werkt bij (sub)acute nekklachten, hetgeen er op kan wijzen dat het (multifacetaire) biomedische model van McKenzie valide is.