Gebruik van het begrip “whiplash” leidt tot meer gezondheidsklachten

25

Mensen die nekpijn na een auto-ongeluk toeschrijven aan een whiplash, herstellen minder snel dan mensen die deze term niet gebruiken, onafhankelijk van de ernst van de klachten. Dat blijkt uit onderzoek van Jan Buitenhuis van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Buitenhuis pleit ervoor dat artsen de term whiplash niet meer gebruiken. Dit omdat de term onjuiste verwachtingen kan voeden. “Als mensen verwachten dat ze ernstige klachten zullen houden, herstellen ze minder snel.” Buitenhuis promoveert op 3 juni 2009 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Van oorsprong verwijst de term whiplash naar de beweging van het hoofd bij een kop-staartbotsing. Tegenwoordig wordt de term gebruikt om een complex aan medisch onverklaarbare symptomen te beschrijven, waaronder in elk geval nekpijn, die zijn ontstaan na ongevallen. De meeste patiënten herstellen in de eerste maanden na het ongeval spontaan van een whiplash. Tot 40 procent van de mensen houdt er echter chronische klachten aan over: naast nekpijn vaak ook cognitieve problemen, zoals verminderd concentratievermogen.

Onverklaarbare klachten

Voor de chronische klachten van whiplashpatiënten wordt per definitie geen fysieke oorzaak en geen lichamelijk letsel gevonden. Het feit dat whiplash alleen bekend is in enkele West-Europese landen, de Verenigde Staten en Australië, en het feit dat het herstel van whiplashpatiënten in verschillende landen een verschillend beloop kent, lijken aanwijzingen dat de culturele context van groot belang is. Maar welke factoren die culturele context precies bepalen, is nog nooit onderzocht.

Psychologische factoren

Buitenhuis onderzocht de invloed van psychologische factoren op het beloop van de klachten. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen die hun klachten een maand na het ongeval nadrukkelijk toeschrijven aan een whiplash, een grotere kans hebben 12 maanden na hun ongeluk nog klachten te hebben, dan mensen die dit niet doen. Ook mensen die de neiging hebben om bij problemen uit te gaan van het slechtst denkbare scenario en mensen met posttraumatische stressklachten houden relatief lang last van nekklachten.

Vermijd het begrip
Buitenhuis: “Mijn onderzoek laat zien dat gebruik van de term whiplash invloed heeft op het beloop van de klachten. De term “whiplash” associëren veel mensen met chronische, ernstig invaliderende klachten. Veel mensen denken dat je met een whiplash voorzichtig moet zijn met bepaalde bewegingen, of je nek vooral stil moet houden. Dat kan tot problemen leiden. Als mensen verwachten dat ze ernstige klachten zullen houden, herstellen ze minder snel.” Door gebruik van de term te vermijden, kunnen artsen negatieve verwachtingen bij hun patiënten voorkomen, en zo mogelijk hun herstel bespoedigen, aldus de promovendus. Hij pleit ervoor dat de richtlijnen voor artsen op dit punt worden aangepast.

Onderzoek
Voor zijn onderzoek nam Buitenhuis vragenlijsten af bij slachtoffers van verkeersongevallen die bij verzekeraar Univé een letselschadeprocedure startten. In totaal werden 1971 personen geënquêteerd, verdeeld over vier groepen, voor vijf deelonderzoeken. Alle deelnemers vulden drie vragenlijsten in, respectievelijk 1, 6 en 12 maanden na het ongeval. Buitenhuis tekent aan dat de deelnemers wellicht ernstiger klachten hebben dan slachtoffers die geen letselschadeprocedure startten en dat de claimsituatie van invloed kan zijn. Daarom kunnen de resultaten van dit onderzoek niet zonder meer gegeneraliseerd worden.

Bron: RuG

11 REACTIES

  1. Ik sta verbaasd dat hiervoor onderzoek gedaan moet worden.
    We gaan dus een eufemisme bedenken…cq het begrip vermijden….
    Hoelang zou het duren voordat dat weer wordt ingeburgerd?
    Vgl CARA_COPD, RSI_ CANS, Distrofie_CRPS

  2. Zoals bekend is dhr. Buitenhuis een van de medeopstellers van de richtlijn over whiplash.
    Over die richtlijn en de wetenschappelijke validiteit daarvan het volgende:

    “Volgens de Neurlogenvereniging was de oude Whiplashrichtlijn aan vernieuwing toe. En dus werd er een werkgroep opgericht voor het opstellen van een nieuwe evidence-based richtlijn voor Whiplash Associated Disorders (WAD) I en II. Het CBO ( kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg) verleende daarbij methodologische ondersteuning.

    Aangepast door de beheerder
    Reactie vanwege de lengte verplaatst naar het forum en is te lezen via deze – link –

  3. Dhr. Buitenhuis promeveert bij de volgende profs:

    Prof. dr. Johan Groothoff: hoogleraar Arbeid en Gezond van de disciplinegroep …

    Prof. dr. P.J. de Jong (2008/09)
    – link –
    Expertise NL: Impliciete cognities; Redeneren; Aandachts- en beoordelingsprocessen; Klinische psychofysiologie; Walging; Blozen en sociale angst
    De toon is weer gezet.

    De premisse waar Buitenhuis van uit gaat is dat de Richtlijn, waar hij dus aan meewerkte, wetenschappelijk correct is.
    En daar gaan bovengenoemde profs ook van uit omdat aangenomen mag worden dat hun expertise op een ander vlak ligt( zie boven).

    Die Buitenhuis is een slimme vogel die z’n dubbele agenda keurig voor elkaar heeft. Via manipulatie van medische onderzoeken dan wel daar rucksichtlos daar aan mee doen een richtlijn opstellen en vervolgens de conclusies daarvan gebruiken als springplank voor promotie. Dr. wordt ie dus. De vraag is in wat dan wel? NIET in whiplash, da’s zeker.
    Maar goed, z’n kostje isw wel gekocht. Die is niet meer weg te denken bij Unive en andere TP’s

    Dat de conclusies berusten op de op pseudowetenschap cq de richtlijn en dus op de onjuiste premisse dat de richtlijn aan de voorwaarden voor echte wetenschap voldeed, zal waarschijnlijk niemand worst wezen. Ook Buitenhuis niet. Die wordt dr. en de wellicht onwetende profs worden gezellig en zonder het wellicht te beseffen deel van die bende die er dank zij twijfelachtige “personalitytraits” in slagen de waarheid over whiplash/nektrauma onder de pet te houden. En daar nog op kunnen promoveren ook.

  4. Wat mij opvalt in discussies die gaan over ‘erkenning’ van menselijk lijden is dat het of/of discussies zijn. Je hebt dan twee kampen; 1) lichamelijke component aanhangers en de 2) psycho-sociale component aanhangers.

    Het is al sinds jaar en dag bekend en beschreven dat deze twee componenten mogelijk wel te onderscheiden zijn maar niet te scheiden. En dat ze wederkerig zijn in hun invloed op het gezondheidsprobleem wat een mens ervaart. Het is niet of/of maar en/en

    • BALINT M.; The doctor, his patient, and the illness.; Lancet. 1955 Apr 2;268(6866):683-8.

    • Di Blasi Z, Harkness E, Ernst E, Georgiou A, Kleijnen J.; Influence of context effects on health outcomes: a systematic review.; Lancet. 2001 Mar 10;357(9258):757-62.

    [ Bijgewerkt 31 May : 07:30 ]

  5. Bramsen en Roelofs hebben inmiddels in hun artikel in het NtGV aangetoond, zo lezen we bijvoorbeeld op de website van de Whiplash-Stichting, dat dit onderzoek van Buitenhuis’ een in het oog springend voorbeeld is van een statistische dwaling.
    Hoe is het zover gekomen? Dat zou een discussie kunnen zijn op dit forum.

  6. Beste collega’s,

    Laten we in ieder geval vermijden om een geheel aan tekens en symptomen (ziekte of syndroom) te benoemen met een naam of term die de lading niet dekt.
    RSI is daarvan een voorbeeld.

    Als de term ‘whiplash’ in medisch opzicht niets ‘zegt’ en ook nog eens tot catastroferen leidt en kinesiofobie in de hand werkt, lijkt mij er niets op tegen die term niet meer te gebruiken.

  7. Een korte reactie op Peter v/d Salm.

    De naam “”whiplash”” leidt niet tot catastroferen. Dat is een mythe. Daarvoor is echt bewijs nodig.

    Wellicht verstandig om het belang van de naamgeving te relativeren, behalve in het geval er harde bewijzen bestaan voor het schadelijke effect van een bepaalde naamgeving.

    Een en ander roept bij menig whiplash patient wellicht de kritische vraag op of de beroepsnaam “”fysiotherapeut”” ook “”in medisch opzicht”” wel””de lading”” dekt?

  8. Beste Jan Willem,

    Het feit dat je een relatie aantoont zoals in dit onderhavige onderzoek is inderdaad nog geen verklaring.
    Buitenhuis probeert dit achteraf te duiden.

    Waarom noemen we het niet simpel ‘verstuikte nek’?

    Wat bedoel je precies met je laatste zin?

  9. In aanvulling op voorgaande bijdrage.

    Hierbij nog een poging tot meer toelichting. De namen die voor ziektes gebruikt worden zijn veelal het toevallige product van bepaalde historische condities. De namen voor beroepen ook. Ook de twee woorden in de naam fysiotherapeut dekken vermoedelijk de lading niet. Kunnen we aan de hand van het begrip fysio onderscheden wat zo”n therapeut doet?

    De roep om naamsverandering komt naar voren omdat we alle ziektes “”exact willen duiden””. We denken dat er een helder onderscheid te maken is tussen “”echte”” (medische?) en “”onechte ziektes” (syndromen?, modeziektes etc) en we denken dat de naam direct moet verwijzen naar iets tastbaars en wezenlijk: een aangetast orgaan – of een mechanisme. Als ik het goed begrijp..
    Recente ziektebeelden dragen in ieder geval niet zoals ‘vroeger’ (ook) de naam van een gezaghebbend medicus.

    We zoeken echter, een beetje neurotisch, naar zekerheid want ook het concept ziekte blijft, hoe dan ook ‘vaag’ (fuzzy) en discutabel.
    P. Vineis heeft dat beter dan ik beschreven in het Journal Epidemiol. Community Health 2008;62;273-278

    “”According to a simplified and
    currently untenable model, we come to defining what a
    disease, or a protone or a chromosome, is by progressive
    simplification—that is, by extracting an essence from the
    individual characters of disease. At the end of this
    inductive process a single element, which guarantees the
    unequivocal inclusion in the category, is identified. This is
    what has been called ‘‘Merkmal-definition’’ (Merkmal
    meaning distinctive sign)—that is, the definition of
    disease would be allowed by the isolation of a crucial
    property, a necessary and sufficient condition, which
    makes that disease unique (and a chair out of a chair, a
    proton out of a proton, etc). However many objections
    have been raised by Wittgenstein, Eleanor Rosch and
    others to this idea: a Merkmal is not always identifiable,
    and more often a word is used to indicate not a
    homogeneous and unequivocal set of observations, but a
    confused constellation with blurred borders””.

    Daarnaast is het zo dat we inmiddels vertouwd zijn geraakt aan bepaalde namen die de lading absoluut niet dekken. Denk aan kanker. Kreeft? Moeten we van die naam afscheid nemen?
    Aids, dat is toch geen syndroom meer. Of toch wel? Is die afkorting adequaat? Moeten we niet ook van die naam afscheid nemen?

    Het lijkt verstandig om minder gewicht toe te kennen aan de meerwaarde van een naamsverandering, uitgezonderd situaties waarin de naam stigmatisering van de patient (!) teweeg brengt of daadwerkelijk ‘evidence based’ (dus inclusief het oordeel van de ervaringsdeskundige) gezondheidsschade veroorzaakt.

    Whiplash moet blijven:)

    Groet,

  10. Beste Jan Willem,

    Een mooie en informatieve bijdrage.

    Met de Wet op de Paramedische Beroepen moest een nieuwe benaming voor ons beroep gekozen worden omdat de oude
    -heilgymnast/masseur- de lading niet meer dekte en ook in juridische zin niet meer gebruikt kon worden.
    Fysis komt van ‘ natuur’ in de zin dat natuur zichzelf maakt, in tegenstelling tot technè, wat een ingreep van mensen is.
    Therapie betekent in de grond ‘ dienstverlening’.

    Dat heel veel wat momenteel onder ‘fysiotherapie’ verricht wordt in strijd is met die definitie omdat het meer technè veronderstelt, is mij wel duidelijk.
    Ligt dat aan de definitie of aan foute opvattingen over ons beroep?

Reacties zijn gesloten.