Een sterke eerstelijnszorg is een onmisbare pijler in de gezondheidszorg. Het Ministerie van Volksgezondheid, welzijn en Sport heeft een factsheet opgesteld hoe de eerstelijnszorg georganiseerd is en welke cijfermatige veranderingen er gaande zijn.
De meeste vragen en klachten over de lichamelijke en geestelijke gezondheid komen terecht bij een eerstelijnszorgverlener (onder andere huisarts, fysiotherapeut, (apotheker). Een sterke eerstelijnszorg is dan ook een onmisbare pijler van een doelmatige
gezondheidszorg. Beroepsbeoefenaren in de eerstelijnszorg functioneren als poortwachter voor de specialistische zorg en voorkomen daardoor onnodige (kostbare) medische zorg.
Bron: MinVWS
De eerstelijnszorg heeft een groot aantal taken het geven van informatie het adviseren over zelfzorg en preventie het verplegen verzorgen diagnosticeren en behandelen. Daarnaast is de eerste lijn verantwoordelijk voor het beheer van medische dossiers en het doorverwijzen naar de medisch specialist.
Samenwerking
Het belang van de eerstelijnszorg neemt in de toekomst nog toe door een betere samenwerking van de eerste en de tweede lijnsgezondheidszorg. Een voorbeeld daarvan is de consultatie tussen zorgverleners uit de eerste lijn met zorgverleners uit de tweede lijn zoals dat bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg al met succes gebeurt. De mogelijkheden
voor consultatie nemen nog toe door telemedicine het elektronische beoordelen van zorgvragen.
Ook binnen de diverse vormen van eerstelijnszorg is betere samenwerking nodig en mogelijk. Zo kan de geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn waartoe ook het algemeen maatschappelijk werk behoort beter worden ingebed in de algemene eerstelijnszorg.
Eigen verantwoordelijkheid
Burgers zijn primair zelf verantwoordelijk voor de eigen gezondheid. Bij lichamelijke en geestelijke klachten kan iemand zelf beslissen of hij gebruikt maakt van de eerstelijnszorg.
De eerstelijnszorg stimuleert het her nemen van de eigen verantwoordelijk door de patiënt het
voorkomen van ziekte herstel en revalidatie en het leren leven met ziekte of handicap.
De eerstelijnszorg moet vraaggericht werken eenvoudig te bereiken zijn in de buurt doelmatig georganiseerd zijn en kwalitatief verantwoorde zorg leveren.
Huisartsenzorg
De huisarts heeft een centrale positie in de Nederlandse gezondheidszorg. Bijna elke Nederlander staat ingeschreven bij een huisartspraktijk. De huisarts handelt de meeste klachten zelfstandig af. Patiënten met een complexere problematiek verwijst hij naar andere hulpverleners. De huisarts is dan ook de navigator in de gezondheidszorg. In de afgelopen jaren heeft de organisatie van de huisartsenzorg een aantal veranderingen ondergaan. Er is al langere tijd een verschuiving van solistisch werkende huisartsen naar duo of groepspraktijken. Daarbij wordt er binnen de praktijken steeds vaker ondersteunend personeel ingezet. Zo heeft de huisarts versterking gekregen van zogenoemde praktijkverpleegkundigen of praktijkassistentes op HBOniveau.
Deze praktijkondersteuners worden vaak ingezet om de controles van chronisch zieken uit te
voeren. Ook in zorg buiten kantooruren die de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen is een verandering te constateren. De meeste regio’s bieden zorg buiten kantooruren op huisartsenposten. Doktersassistenten op deze posten handelen de meeste vragen telefonisch af. Patiënten vinden over het algemeen dat ze positief bejegend worden door de assistenten. Ongeveer een kwart van de bellers krijgt een zelfzorgadvies.Â
Geen standaard zorgaanbod
De aard van de zorgvraag verandert. De behoefte aan eerstelijnszorg van bijvoorbeeld mensen met een chronische aandoening of jonge ouders met kinderen of hoogbejaarden in een verzorgingshuis zijn zeer verschillend. Sommige patiënten hechten veel waarde aan een langdurige vertrouwensrelatie met hun huisarts of andere zorgaanbieder. Andere patiënten hebben die behoefte minder en willen liever ad hoc bepalen door welke zorgverlener zij geholpen willen worden. Er is geen sprake meer van een standaardpatiënt en een standaardaanbod van de eerstelijnszorg is dan ook niet langer toereikend Meer diversiteit en flexibiliteit zijn noodzakelijk.
De vraag bepaalt
Dit betekent ook dat de overheid geen blauwdruk kan geven voor de toekomstige organisatie en werkwijze van de eerstelijnszorg. In het toekomstige model van gereguleerde marktwerking wordt de huidige centrale aanbodsturing dan ook vervangen door vraagsturing de vraag bepaalt de organisatie van het zorgaanbod . Zorgverzekeraars zullen met zorgaanbieders afspraken maken die beter aansluiten bij de individuele behoeften en wensen van hun verzekerden.
Feiten en cijfers
Beroepsbeoefenaren in de eerste lijn cijfers uit 2002
Huisartsen 8.107
4 631 praktijken waarvan 61,9% solopraktijken
Gemiddeld aantal inwoners per fte huisarts 2.408
43% van de huisartsen werkt in deeltijd
Aantal praktijkondersteuners in huisartsenpraktijken 1.005
Percentage personen met contact met de huisarts in één jaar 74,5%
Verloskundigen 1.825
448 praktijken
Aantal verloskundig actieve huisartsen 465
Aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd
15 tm 39 jr per verloskundige 2.275
Tandartsen 7.623
5.500 praktijken
Percentage personen met contact met de
tandarts in één jaar 78,5 %
Mondhygienisten 2.205
Fysiotherapeuten extramuraal werkend 13.254
4.747 praktijken
Totaal aantal fte 12.250
Percentage personen met contact met een
fysiotherapeut in één jaar 17,2 %
Gemiddeld aantal inwoners per
fysiotherapeut 1.213
Ergotherapeuten 2001 2.536
Logopedisten extramuraal 1.476
Apothekers 2.670
1.602 apotheken
597 apotheekhoudende huisartsen
Gemiddeld aantal inwoners per openbare apotheek 6.088
Oefentherapeuten Cesar 935
Oefentherapeuten mensendieck 950
Thuiszorg 91.562
Totaal aantal verpleegkundigen verzorgenden thuishulp