Mensen met handproblemen doen er vaak lang over voordat ze bij een gespecialiseerde hand- en polschirurg belanden. ‘Iedereen denkt dat ik gek ben geworden, omdat ik voortdurend dingen laat vallen.’
Stukadoor Marcel Schutten had maar een kleine snee in zijn hand. Maar het gips, dat tijdens bouwwerkzaamheden ongelukkigerwijs met kracht zijn hand in spoot, droogde snel op. Schuttens linkerhand, en hij is linkshandig, deed niet meer wat hij wilde. ,,Ik kon helemaal niks meer, geen veters strikken of een pen vasthouden. Ik ben best nuchter, maar dat vond ik vreselijk. Ik was vooral bang dat ik niet meer kon werken. Gelukkig kan dat nu weer.’’ Na zes operaties heeft handchirurg Thybout Moojen, op één vinger en een vingertopje na, de hand kunnen redden.
Moojen werkt bij het Hand- en Polscentrum Nederland, onderdeel van het Diakonessenhuis in Zeist. Zenuwletsel, slijtage, gebroken of afgerukte vingers, gescheurde pezen, een versleten duimbasis, polsprotheses, kromstaande vingers: van alles komt er binnen bij Moojen en zijn collega Reinier Feitz. Soms is het zoiets uitzonderlijks als de ‘versteende’ hand van Marcel Schutten.
Gespecialiseerde hand- en polschirurgen moeten in Nederland met een lampje worden gezocht. Naast het Hand- en Polscentrum Nederland is er onder meer een gespecialiseerd handencentrum in Den Haag dat in maart openging. De artsen zijn meestal chirurgen die de hand ‘erbij doen’. Daarvoor zijn de hand en de pols echter veel te ingewikkelde lichaamsdelen, vindt Moojen. ,,Het zijn de meest complexe onderdelen van het lichaam. Ze zijn bijzonder beweeglijk, meer dan de knie of de enkel, en van alle ledematen het minst beschermd door spieren. Handen en polsen hebben uitzonderlijk dunne pezen, zenuwbanen, botjes en spieren. Eén hand telt zevenentwintig botten.’’
Moojen is deze ochtend op de operatiekamer bezig met een van de meest uitgevoerde ingrepen, het vervangen van een versleten duimbasis. Bij de patiënt heeft hij een stukje van het bot van de heup weggenomen om de basis van de duim vast te zetten. ,,Dat is hard nodig, want mevrouw is zeven keer eerder geopereerd en heeft nog steeds pijn.’’
Na deze operatie is een muzikant aan de beurt. Van zijn middelvinger is een pees afgescheurd en hij moet de week erop een cd opnemen. Moojen boort een gat evenwijdig aan de pees en plaatst een minuscuul pinnetje in de vinger. Afgezien van het topje is de vinger daarmee gewoon te gebruiken. Het is een van de handigheidjes waarvan handchirurgen zich bedienen. Ze beschikken ook over plaatjes en schroeven om een gebroken vinger te zetten. Met een spalkje en een elastiekje kan gips soms achterwege blijven, waardoor de hand beweeglijker blijft.
Het zijn niet alleen operatietrucs van hun handige handen, benadrukt Moojen. Minstens zo belangrijk is de revalidatie en de begeleiding door het team van handtherapeuten. Ook de diagnose en indicatie worden nauwkeurig uitgevoerd, onder meer met speciale röntgenapparatuur. Het centrum beschikt daarnaast over digitale apparatuur, waarmee de knijpkracht van de hand elke drie maanden wordt gemeten.
De uiteenlopende klachten aan hand en pols hebben meestal één ding gemeen: ze hebben een behoorlijke impact, vaak ook psychisch, op de patiënt. ,,Veel patiënten met een versleten duimbasis kunnen de radio niet meer aanzetten of geen sleutel meer omdraaien,’’ zegt Reinier Feitz. ,,Van een nieuwe knie of een heupprothese kijkt niemand op, maar bij een vinger wordt gezegd: ‘Leer er maar mee leven’, terwijl er heel goed iets aan is te doen.â€
Een jonge vrouw die deze ochtend op het spreekuur zit bij Feitz is speciaal uit de buurt van Breda gekomen. Ze praat aan één stuk door en kijkt de arts indringend aan. ,,Iedereen denkt dat ik gek ben geworden, omdat ik voortdurend alles laat vallen. Glazen, messen. Ook schrijven doet pijn.’’ Bij een val van een paard, vijf jaar geleden, brak ze haar pols. Het is nooit goed genezen; de hand is stijf en nauwelijks te gebruiken. ,,Drie weken geleden krabde ik mijn rug toen ik in bad zat. Sindsdien doet de pols pijn.’’ Feitz denkt dat de meniscus in de pols is gescheurd. ,,Dat is erg moeilijk te herstellen. De botten in de pols sluiten niet meer op elkaar aan. Vandaar die knobbel op uw pols. We kunnen het beste de ellepijp iets inkorten, zodat de gewrichten weer goed aansluiten.’’
Vaak wachten mensen te lang om met hun pezen, bandjes of zenuwen naar een dokter te gaan, constateren de artsen bij het Hand- en Polscentrum. Hoe langer wordt gewacht, des te slechter de hand herstelt. Slecht herstelde breuken hebben soms levenslange handicaps tot gevolg. De hand moet, uit het gips, zo snel mogelijk weer bewegen om stijfheid te voorkomen. Feitz wil geen collega-artsen voor het hoofd stoten. ,,Maar vijftig procent van onze patiënten is eerder elders behandeld. En dan blijkt achteraf dat de behandeling een stuk anders had gekund.’’
Door: Els Brenninkmeijer
Bron: AD