Proefpersonen die harder gepijnigd werden dan ze hadden verwacht, voelden dat nauwelijks. Het maakt voor je pijnbeleving vooral uit waarop je had gerekend, laat Amerikaans onderzoek zien, veel meer dan de pijnprikkel zelf.
Â
De tien proefpersonen werden keer op keer gepijnigd. Ze kregen een apparaatje op hun rechter onderbeen gezet dat een klein stukje huid 30 seconden lang verhitte tot 46, 48 of 50 graden Celsius. Die temperaturen leveren serieuze pijn op, maar nog net geen verbranding. Tijdens de sessies werd de hersenenactiviteit van de gepijnigde vrijwilligers in beeld gebracht met een MRI-scanner.
Â
Eerst waren er oefensessies. Daarin werd voor een pijnprikkel altijd eerst een wachttijd in acht genomen: precies 7,5 seconden voor een temperatuur van 46 graden, 15 seconden voor eentje van 48 graden en 30 seconden voor de heetste beproeving. De proefpersonen leerden daardoor wat ze in de testsessies te wachten stond. Inderdaad gaven ze aan dat ze meer pijn verwachtten naarmate ze langer moesten wachten, en zeiden ze ook meer pijn te voelen als de temperatuur hoger was.
Â
Dat was allemaal ook te zien op de hersenscans. Bij het zien aankomen van pijn zijn allerlei hersengebieden actief, en hun activiteit werd sterker naarmate de proefpersoon meer pijn verwachtte. De daadwerkelijke pijn leidde tot activiteit in dezelfde hersengebieden, plus nog een extra: de primaire somatosensorische cortex. Dat is het gebied waar de pijnprikkel als eerste aankomt.
Â
Twee dagen na het oefenen kregen de vrijwilligers opnieuw pijnprikkels toegediend, maar nu klopte de wachttijd niet altijd met de temperatuur: soms kwam er na 15 seconden al een pijnscheut van 50 graden, en het kon ook gebeuren dat ze 30 seconden moesten wachten op een hitte van 48 graden.
Â
Dat zou je echter niet zeggen als je naar de pijnrapportages of de hersenscans keek. Een proefpersonen die twee graden meer te verduren kreeg dan hij had gedacht, voelde nauwelijks meer pijn dan wie de 48 graden kreeg waarop hij had gerekend.
Â
De verwachting dat er weinig pijn zou volgen, werkte dus als een krachtige pijnstiller: de pijnbeleving bij en hitteschok van 50 graden verminderde er met bijna 30 procent door. En dat, schrijven de onderzoekers, is evenveel pijnreductie als een kleine dosis morfine kan bewerkstelligen (ruim vijf milligram voor iemand met een normaal lichaamsgewicht).
Â
Het omgekeerde bleek trouwens niet te gebeuren. Wie 30 seconden moest wachten – en dus rekende op de heetste behandeling – maar dan slechts 48 graden te verduren kreeg, voelde niet meer pijn dan iemand die daar al na 15 seconden mee werd geconfronteerd.Wat betekent dit nu voor de dagelijkse praktijk? Bijvoorbeeld dat dokters, tatoeage-artiesten tandartsen (en fysiotherapeuten? red.) het niet moeten zeggen als iets veel pijn gaat doen, want daarmee maken ze het alleen maar erger. En kleine kinderen hebben groot gelijk: pijn verdwijnt onmiddellijk na een kusje op de zere plek. Als je er maar in gelooft.
Â
Elmar Veerman
Bron: Noorderlicht