Het UMCG start een groot, nationaal onderzoek naar het effect van de shockwave-therapie, een behandeling voor de “springersknie”. Bij deze therapie worden krachtige geluidsgolven afgegeven op de knie. Deze behandelmethode wordt al succesvol toegepast bij schouder-, elleboog- en voetklachten. Op dit moment is nog niet bekend of de methode ook effect heeft bij de behandeling van een springersknie. Het UMCG werkt voor dit onderzoek samen met het MUMC+ in Maatsricht, het VuMC in Amsterdam, de Nederlandse Volleybal Bond (NeVoBo) en de Nederlandse Basketball Bond (NBB).
Een springersknie (ook wel ‘jumpers knee’ genoemd) is een chronische blessure van de knieschijfpees of de aanhechting van deze pees aan de knieschijf of scheenbeen. Deze blessure ontstaat door overbelasting van de kniepees. Door de overbelasting ontstaan er kleine beschadigingen in het peesweefsel. Dit geeft pijn net onder de knieschijf die bij belasten steeds erger kan worden. Dit probleem komt vaak voor bij sporters die veel moeten springen zoals volleyballers en basketballers, vandaar de naam springersknie. Ongeveer tien procent van de recreatieve basket- en volleyballers kampt met deze blessure; in de top is het zelfs meer dan dertig procent. Deze blessure gaat meestal niet vanzelf over en wordt steeds erger als men door blijft sporten.
Er is nog geen goede behandeling voor de springersknie. Rust, medicijnen, oefeningen, fysiotherapie, injecties en zelfs operatie zijn niet altijd succesvol om sporters van hun klachten af te helpen. Daarom wordt er gezocht naar nieuwe behandelmethoden. In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat shockwave-therapie (of schokgolftherapie) bij diverse peesaandoeningen een zeer gunstig effect op de klachten kan hebben.
Shockwavetherapie
Bij shockwavetherapie worden met een apparaat krachtige geluidsgolven afgegeven op de te behandelen pees. Deze veilige en wereldwijd toegepaste behandelmethode wordt al vele jaren toegepast bij onder meer schouder, elleboog en voetklachten. Bijwerkingen komen zeer weinig voor, hoewel de behandeling soms met lichte pijn gepaard kan gaan. Het is echter nog onduidelijk of deze behandeling ook goed werkt bij nog actieve basketballers en volleyballers met een springersknie.
Deelnemers
Alleen volleyballers en basketballers van 18 tot en met 35 jaar die last hebben van een springersknie kunnen meedoen aan het onderzoek. Deelnemers krijgen eerst een consult door een sportarts op de polikliniek. Daarna volgen drie behandelingen verspreid over een periode van drie weken; daarna worden de deelnemers tijdens hun competitie gevolgd. Deelnemers moeten een logboek van hun sportactiviteiten bijhouden.
Bron: UMCG