Even afschrobben met een tandenborstel, water en schoonmaakmiddel en hup, implanteren maar. Tegen alle regels in worden kunstknieën en kunstheupen in ontwikkelingslanden op grote schaal hergebruikt. Dat hoeft helemaal niet zo gevaarlijk te zijn, blijkt uit onderzoek van de Indonesische orthopedisch chirurg Didi Magetsari aan het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Orthopedische platen en schroeven, om een gebroken heup of knie vast te zetten, zijn voor mensen in ontwikkelingslanden vaak onbetaalbaar. Maar het niet behandelen van botbreuken kan tot blijvende misvormingen leiden. In de praktijk worden er in landen als Kenya, Suriname, Afghanistan en Indonesië daarom veel tweedehands implantaten gebruikt. Deze landen hebben ook wel wetten die hergebruik verbieden maar die worden vrijwel niet gecontroleerd.
Orthopedische implantaten zijn uitdrukkelijk bedoeld voor eenmalig gebruik. Maar welke risico’s aan hergebruik kleven is nooit onderzocht. “Veel onderzoekers en wetenschappelijke tijdschriften zijn bang dat ze daarmee het bestaan van illegale praktijken erkennen en legitimeren”, zegt professor Jim van Horn, de promotor van Magetsari, in het tijdschrift van het UMCG Triakel. “Bovendien zijn fabrikanten van implantaten als de dood voor schadeclaims.”
Hergebruik brengt risico’s met zich mee zoals infecties, materiaalbreuk en het minder goed hechten van lichaamscellen. Maar als de voorgeschiedenis van de plaat of schroef bekend is en als het implantaat niet vaker dan twee keer gebruikt wordt, hoeven die problemen niet op te treden.
Door: Arend van Wijngaarden
Bron: Dagblad van het Noorden