Česke Niewold deed onderzoek naar het spontane herstel van taalstoornissen bij elf patiënten met een cerebrovasculaire aandoening (CVA) met afasie in de acute fase (de eerste weken na een herseninfarct of hersenbloeding).
Hij legde hierbij de nadruk op het bestuderen van de spontane taal, verzameld in korte vraaggesprekken met de patiënten. Deze vraaggesprekken analyseerde Niewold met behulp van spontane-taalmaten en beoordelingsschalen. Daarnaast nam hij ook korte taalbegripstests een benoemtest af.
Bij veel patiënten is een volledige gestandaardiseerde taaltest in de acute fase namelijk niet realiseerbaar. Niewolds belangrijkste conclusie is dat het meeste herstel in de spontane taal van de onderzochte patiënten plaatsvond in de periode tussen drie weken en drie à vier maanden na de acute fase. Dit is tegengesteld aan wat men op basis van de onderzoeksliteratuur zou verwachten, namelijk dat het meeste herstel in de eerste drie weken zou plaatsvinden.
Wel werden de meeste veranderingen in de eerste drie weken gevonden, maar dit betrof zowel positieve veranderingen (herstel) als negatieve veranderingen (achteruitgang).
Bron: UvA