Patiënten met chronische lage rugklachten moeten correct leren ademen

33

Ongeveer 70 tot 85% van de bevolking heeft ooit in zijn leven, gedurende een bepaalde periode, last van lage rugklachten (LRK). Bij de meeste patiënten  verdwijnt de pijn na enkele weken. Een deel van de patiënten ontwikkelt echter chronische klachten zonder dat daarvoor een aanwijsbare medische oorzaak is (= aspecifieke of mechanische LRK). De mechanismen die de overgang van acute naar chronische klachten veroorzaken, zijn nog niet helemaal opgehelderd. Elementen die mogelijk het risico op LRK verhogen zijn een foute ademhaling en een ongecontroleerde beweging van de wervelkolom. Dat blijkt uit het doctoraal onderzoek van Nathalie Roussel aan de Universiteit Antwerpen.
 
Er is een grote variatie in de klachten van patiënten met LRK. Daarom stellen artsen en kinesitherapeuten dat patiënten met chronische aspecifieke LRK niet langer beschouwd kunnen worden als een homogene groep. Verdere subclassificatie binnen deze populatie is noodzakelijk.
 
Nieuwe hypothese uitgetest
In haar doctoraal onderzoek vergelijkt Nathalie Roussel het ademhalingspatroon van patiënten met chronische aspecifieke LRK met dat van gezonde proefpersonen. Er zijn immers aanwijzingen dat het  diafragma of middenrif bij gezonde personen niet alleen een belangrijke rol speelt bij de ademhaling,  maar ook gebruikt wordt om de stabiliteit van de wervelkolom te ondersteunen. Vooral indien de stabiliteit van de wervelkolom op de proef wordt gesteld. Voor dat laatste werkt het middenrif samen met de diepe rugspieren, de diepe buikspieren en de bekkenbodem. Het is geweten dat de diepe rug- en buikspieren niet goed functioneren bij patiënten met chronische LRK. Het ademhalingspatroon bij patiënten met chronische aspecifieke LRK werd echter nog nooit onderzocht.
 
Roussel stelde als hypothese dat het uitvoeren van deze dubbele taak van het middenrif – zowel de ademhaling verzorgen als bijdragen aan de stabiliteit van de wervelkolom – moeilijk is voor patiënten met chronische LRK. Daarom heeft de onderzoekster het ademhalingspatroon zowel in rust (in ruglig is het middenrif enkel nodig om in en uit te ademen, en levert het geen bijdrage aan de stabiliteit van de wervelkolom) als tijdens specifieke tests geëvalueerd. Zo kon zij deze dubbele taak van het middenrif nagaan. Tijdens het uitvoeren van de specifieke tests werd het spiersysteem van de wervelkolom altijd extra belast, zodat het een uitdaging zou betekenen voor de stabiliteit van de wervelkolom. Voorbeeld: een been heffen in stand of in ruglig zonder de wervelkolom te laten meebewegen. De rug- en de buikspieren zullen tijdens deze tests de stabiliteit van de wervelkolom verzorgen, terwijl de heupspieren instaan voor de beweging van het been. Het middenrif zal bijgevolg in staat moeten zijn om deze dubbeltaak (ademhaling en stabiliteit van de wervelkolom) uit te voeren.
 
Foute ademhaling
Uit Roussels onderzoek blijkt dat zowel de patiënten met chronische aspecifieke LRK als de gezonde proefpersonen, in rust een normaal ademhalingspatroon vertonen. Wanneer echter het spiersysteem van de wervelkolom extra belast wordt tijdens de tests, verandert bij meer dan de helft van de patiënten met chronische aspecifieke LRK het ademhalingspatroon, terwijl de gezonde proefpersonen in staat zijn om normaal verder te ademen. De patiënten gaan tijdens de test bijvoorbeeld oppervlakkig ademen of stoppen zelfs volledig met ademhalen. Het al dan niet veranderen van ademhalingspatroon hield geen verband met de pijnklachten, wat betekent dat het niet de pijn is die de patiënt doet veranderen van ademhalingspatroon tijdens de tests. Een correcte ademhaling is echter ontzettend belangrijk voor de voeding van de tussenwervelschijf, een structuur die regelmatig beschadigd is bij patiënten met LRK. Het is dus goed mogelijk dat deze patiënten ook bij activiteiten in het dagelijks leven een afwijkend ademhalingspatroon vertonen, dat de klachten mee in stand houdt.
 
Ongecontroleerd bewegen wervelkolom
Het onderzoek van Roussel toonde ook aan dat verscheidene patiënten tijdens de tests niet in staat waren hun wervelkolom stabiel te houden, in tegenstelling tot de gezonde proefpersonen. Deze ongecontroleerde bewegingen kunnen een oorzaak zijn van terugkerende pijnklachten bij de patiënten. Uit één van haar studies blijkt zelfs dat een ongecontroleerde beweging bij gezonde proefpersonen een voorspellende factor is voor het ontwikkelen van klachten ter hoogte van de wervelkolom of de benen. Met andere woorden, iemand die een ongecontroleerde beweging vertoont tijdens deze test, loopt meer risico voor het ontwikkelen van klachten.
 
De resultaten van dit doctoraal onderzoek tonen aan dat patiënten met LRK zeer uiteenlopende kenmerken kunnen vertonen en bijgevolg geen homogene groep zijn. Sommige patiënten veranderen van ademhalingspatroon tijdens de tests, terwijl andere de test niet correct kunnen uitvoeren en hun wervelkolom ongecontroleerd bewegen. Deze resultaten bevestigen ook dat subclassificatie nodig is bij de evaluatie en behandeling van patiënten met chronische aspecifieke LRK, zowel in de klinische praktijk als in het wetenschappelijk onderzoek.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Bron: Universiteit Antwerpen

1 REACTIE

  1. Door Jan Mens is vastgesteld bij zijn onderzoek naar de ASLR test dat de ademhaling veranderd. Hij geeft aan dat dit al rond het achtste levensjaar kan plaatsvinden. Toch hebben we rond die leeftijd nooit aspecifieke lage rugklachten. Het hele verhaal van dit soort observaties en trainingen heeft nog nooit iets opgeleverd. Dat er subgroepen moeten komen, dat heeft de Quebec taskforce jaren geleden al geroepen. Dat we ze gaan vinden in coordinatie problemen lijkt vooralsnog niet waarschijnlijk. Het hele panjabi model heeft nog geen enkele oplossing geboden. Ik lees net een kritisch artikel over Segment Stabilising Exercises. Daar kunnen we het mee doen.

    Navel intrekken, holle rug? Kappen nou!

Reacties zijn gesloten.