De Nederlandse Sportraad, de Onderwijsraad en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving adviseren leerlingen in het primair, voortgezet en middelbaarberoepsonderwijs twee keer per dag matig intensief te laten bewegen. Sporten en bewegen is volgens de raden belangrijk en hoort een vanzelfsprekend onderdeel te zijn van het onderwijs.
Hoewel er al een aantal goede voorbeelden is, bieden veel scholen sport en bewegen nog te beperkt aan. Het vanzelfsprekend maken van bewegen op scholen – ook buiten de gymles – is daarom nodig. En: hoe beter de ervaringen zijn in de jeugd, hoe actiever de leefstijl op latere leefstijl. Scholen, rijksoverheid, gemeenten en sportverenigingen kunnen het samen mogelijk maken dat er meer aandacht komt voor sporten en bewegen op school.
De verschillen tussen scholen in de aandacht die zij geven aan sporten en bewegen zijn nu te groot. Gezien het belang van sporten en bewegen kan een mager aanbod op scholen leiden tot kansenongelijkheid. Op scholen waar dit aanbod onvoldoende is, kunnen leerlingen niet profiteren van de voordelen van bewegen.
De raden pleiten voor het werken met zogenaamde beweegteams, waarvan naast vakleerkrachten ook buurtsportcoaches en gekwalificeerde trainers deel uitmaken. Scholen kunnen meer samenwerken met sportverenigingen en gemeenten kunnen meer regie nemen op dit onderwerp.