Ook hondenheup kan fysio gebruiken

17

“Eigenlijk is er niet zoveel verschil tussen mens en dier, als het gaat om fysiotherapie”, vindt Marion van Hoof, dierenfysiotherapeute in Boxmeer. “Alleen de manier van belasten is anders.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Van Hoof (28) is in de regio de eerste en enige dierenfysiotherapeute, een vak dat niet verward moet worden met welke vorm van alternatieve genezing dan ook. Een behandeling bij Van Hoof gaat op voorschrift van de dierenarts. Nu de praktijk zo’n twee jaar draait, heeft ze zo’n tien patiënten per week. Daarbij werkt ze ook nog dertig uur in de week als ‘gewoon’ fysiotherapeut.

“Als klein kind was ik al met dieren bezig. Ieder dier dat ik zag moest geaaid en gevoerd worden. Zelf had ik in het begin kleine dieren, een konijn of een parkiet. Maar op m’n achtste ging ik paardrijden en kreeg ik zelfs een eigen paard.”
Van paardrijden komt nu niet meer zoveel. Eigenlijk wilde ze dierenarts worden. Maar dan moet je behalve slim zijn, ook ingeloot worden voor de studie. Dat lukte niet. Dan moest het dierenfysiotherapie zijn, maar dan is een reguliere hbo fysiotherapie de vereiste. Daarna volgt een tweejarige opleiding tot dierenfysiotherapeut.

Van Hoof merkt dat eigenaren en ook dierenartsen nog moeten wennen aan het fenomeen. “Al die tijd hebben ze het zonder dierenfysiotherapeut gedaan, dus het kost wat tijd.” Van Hoof behandelt gezelschapsdieren en paarden. Wat de eerste categorie betreft zijn het vooral honden, maar soms ook een konijn of een kat.

In de behandelkamer in Boxmeer komen vooral grote honden als Duitse herders en labradors. Die willen bijvoorbeeld nog wel eens heupproblemen hebben. Met haar eigen herder Syb demonstreert Van Hoof hoe een behandeling gaat. ” De eigenaar is er altijd bij. Dat moet ook wel; ik ben vreemd, de ruimte is vreemd en dan ga ik ook nog vervelende dingen doen.”

Maar hoe laat een dier nou weten dat er iets mis is? “Ieder dier geeft signalen van pijn, maar die moet je wel ‘verstaan’. Veel hijgen, smakken of piepen terwijl er niks is, dat is vreemd. Of als er vreemde bewegingen zijn. Bij een behandeling probeer ik reacties uit te lokken, en te interpreteren. Een paard rilt al als een vliegje op ‘m gaat zitten dus die laat goed merken als er iets mis is.”

Door: Merel Dado
Bron: BN/DeStem