Training die zorgt voor een groter longvolume kan pulmonaire complicaties na een grote operatie voorkomen. Deze simpele interventie is één aspect van de richtlijn voor risicoschatting en preventie van postoperatieve pulmonaire complicaties welke Gerald Smetana, hoogleraar bij Harvard Medical School, beschrijft in The Annals of Internal Medicine.
Om de richtlijn voor het American College of Physicians op te stellen hebben Smetana, tevens internist in het Beth Israel Deaconess Medical Center, en zijn collega’s pakweg duizend studies over postoperatieve pulmonaire complicaties bestudeerd. Longcomplicaties komen na een grote ingreep even vaak voor als cardiale complicaties, ontdekten de onderzoekers. Volgens hen zal dat artsen verbazen. Pulmonale complicatie liggen zo voor de hand omdat zowel de operatie als de anesthesie het longvolume doet afnemen. Daardoor is de kans groter dat kleine delen van de longblaasjes samenvallen. De ontwikkeling van een pneumonie, een verminderde ademcapaciteit of een verergering van een bestaande longziekte zoals emfyseem liggen dan op de loer.
Het risico op pulmonale complicaties is groter naarmate patiënten ouder zijn. Een leeftijd boven 70 jaar vergroot het complicatierisico vier tot zes maal. Dit vonden de onderzoekers verrassend omdat cardiale complicaties niet leeftijdsafhankelijk zijn. Andere patiëntgerelateerde risicofactoren zijn: een reeds bestaand longemfyseem of hartfalen, het feit dat de patiënt niet voor zichzelf kan zorgen en het roken van sigaretten. Verder is de kans op complicaties groter wanneer het operatiegebied zich dichter bij het diafragma bevindt. Ook zijn een acute ingreep en een operatie die langer dan twee uur duurt voorboden van postoperatieve problemen.Â
Vergroting van het longvolume is een eenvoudige maatregel om de postoperatieve risico’s te verkleinen. Dit kan door een ademhalingstraining waarbij patiënten vooral de diepe ademhaling oefenen. Eventueel is gebruik van een spirometer hierbij behulpzaam.Â
Â
Bron: Mednet