Keuze voor behandeling schouderklachten beter gefundeerd. Huisartsen krijgen regelmatig patiënten met schouderklachten op het spreekuur. Zij hebben meestal pijn in de schouder bij het bewegen van de arm, of zijn beperkt in hun bewegingen.Velen hebben ook pijn in de nek en kunnen die moeilijk bewegen. De klachten zijn op diverse manieren te behandelen: door rust gecombineerd met een ontstekingsremmende pijnstiller, door fysiotherapie, manuele therapie of een injectie in het schoudergewricht met een combinatie van een verdovend middel en een ontstekingsremmer. Bij een verantwoorde keuze daartussen is de juiste diagnose van groot belang
Veel onderzoekers hebben geprobeerd om categorieën in de klachten aan te brengen om op basis daarvan de juiste diagnose te kunnen stellen en daarna een passende behandeling te kunnen kiezen. Sommigen geven zelfs gedetailleerde aanwijzingen hoe men met behulp van het lichamelijk onderzoek naar de bewegelijkheid van de schouder en de nek de exacte locatie van de oorzaak van de klachten zou kunnen achterhalen.
Klaas Groenier constateert dat deze beweringen maar nauwelijks door praktijkonderzoek worden bevestigd. Hij ontdekte na heranalyse van eerder gebruikte gegevens dat met lichamelijk onderzoek niet is vast te stellen wat de locatie van de oorzaak van de klachten is. Er kan slechts een onderscheid worden gemaakt tussen problemen aan de nek en aan het schoudergewricht. Verder is het wel mogelijk om met behulp van het lichamelijk onderzoek de ernst van de aandoening vast te stellen. Nader onderzoek moet uitwijzen of de op deze manier gefundeerde keuze voor een bepaalde behandeling ook tot een sneller herstel zal leiden.
Klaas Groenier (Groningen, 1946) studeerde psychologie in Groningen. Hij verrichte zijn promotieonderzoek bij de disciplinegroep Huisartsgeneeskunde, waaraan hij ook na zijn promotie verbonden blijft. Proefschrift Empirical classification of shoulder complaints
Bron: RUG
