Jaarlijks breken bijna 20.000 Nederlanders een heup. Dit zijn voornamelijk ouderen, vaak zelfs boven de 80 jaar. Het breken van een heup op hoge leeftijd is een ernstige gebeurtenis, die vaak een belangrijke deuk in de zelfredzaamheid betekent. Herstel via een geriatrisch revalidatieprogramma in een verpleeghuis heeft tot doel veel van die zelfredzaamheid terug te winnen. Een belangrijk obstakel bij dat herstel, zo vond specialist ouderengeneeskunde en onderzoeker Jan Visschedijk, is valangst.
Duivelse spiraal
Door het trauma van de val met de gebroken heup blijft een groot deel van de ouderen angstig. Zij hebben minder zelfvertrouwen en vermijden lopen en andere activiteiten. Dan dreigt een duivelse spiraal: minder doen betekent spierverlies; daardoor kun je minder en daardoor word je nog angstiger en doet dus nog minder. Omdat bijna de helft van ouderen na een heupfractuur valangst heeft, is dit een groot probleem voor een goed herstel, en voor het succesvol zelfstandig thuis blijven wonen.
Nu is het niet zo problematisch als je jezelf niet meer ziet parachutespringen of skiën. Dan doe je het toch niet? Maar als je lopen vermijdt, vormt dat een enorme bedreiging van het gewone leven. Het betekent dat je niet herstelt en afhankelijk blijft van anderen.
Gedragstherapie
Valangst bij ouderen is al langer in beeld, en er zijn ook verschillende effectieve interventies. In het algemeen worden beweegactiviteiten gestimuleerd, gecombineerd met principes uit de gedragstherapie. Er is nog niet eerder gekeken naar valangst bij ouderen die een heup gebroken hebben. Dat is vreemd, gezien het feit dat er per jaar meer dan 1,5 miljoen ouderen wereldwijd een heup breken.
Door het onderzoek van Jan Visschedijk weten we beter hoe valangst ontstaat, en hebben we een interventie kunnen ontwikkelen die we vanaf deze maand gaan testen met een subsidie van ZonMw: FIT-HIP. In 10 verschillende verpleeghuizen uit ons universitaire verpleeghuisnetwerk (UNC-ZH) gaan we kijken of een speciale benadering ouderen na een heupfractuur helpt om letterlijk weer ‘op de been’ te komen.
Over angst heen helpen
We maken angst en bezorgdheid bespreekbaar en bepalen steeds een nieuw concreet doel. Daarmee proberen we deze ouderen over hun angst heen te helpen, zodat ze gaan doen wat ze lichamelijk gezien ook kunnen. We verwachten dat mensen hierdoor beter en langer thuis kunnen blijven, en de dingen gaan doen die zij belangrijk vinden: zelfstandig lopen, zelf boodschappen doen, zelf de regie behouden.
Het regeringsbeleid is gericht op langer zelfstandig thuis wonen, en dat is ook wat ouderen zelf willen. Onderzoekers, zoals van het LUMC, kunnen en moeten daarbij aansluiten. Nauwkeurig nagaan wat hierbij kan helpen, en dat nauwkeurig onderzoeken is een hele mooie uitdaging, die we iedere dag met veel plezier uitvoeren!
Jan Visschedijk promoveert op 31 maart om 15.00 uur in Leiden.
Meer informatie over het FIT-FIP onderzoek is hier te vinden.
Wilco Achterberg is hoogleraar institutionele zorg en ouderengeneeskunde in het LUMC.