De directe toegankelijkheid tot oefentherapie, sinds juli, leidt volgens oefentherapeuten tot een flinke toename van het aantal mensen met bewegings- of houdingsproblemen dat hulp zoekt. In navolging van de fysiotherapeut is voor een bezoekje aan de oefentherapeut (Mensendieck of Cesar) nu ook geen verwijsbriefje van een (huis)arts meer nodig.
Hoewel deze maatregel midden in de zomer is ingevoerd, ziet de beroepsvereniging van oefentherapeuten ‘al een behoorlijke toeloop’, aldus woordvoerster Nicole Wolvenne. Officiële cijfers zijn nog niet beschikbaar.
Fysiotherapie is al sinds 2006 direct toegankelijk. Volgens de zorgverzekeraars CZ en Uvit is de vraag naar fysiotherapie de laatste jaren met tien procent gestegen. Deze toename mag echter niet geheel aan de vrije toegang worden toegeschreven. Ook de vergrijzing speelt een rol.
Marion Vermeer, Cesar-oefentherapeute in Best, ziet het aantal bezoekers dat zonder verwijsbriefje komt sterk stijgen. “Afgelopen maand kwam twintig procent van de patiënten hier zonder verwijzing binnen. Dat is veel meer dan ik had verwacht.”
Mirjam Mulder, die Mensendieck-oefentherapeute is in de Eindhovense praktijk Sens, zegt geen percentages te kunnen noemen. “Maar het loopt zeker al aardig. Een voordeel is ook dat onze praktijk is gevestigd in een gezondheidscentrum met onder meer huisartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten. Zij kunnen mensen nu snel naar ons doorsturen”, aldus Mulder, die net als veel van haar collega’s de vrije toegankelijkheid toejuicht. “Het loopt allemaal veel soepeler nu de huisarts er niet meer als extra schakel tussen zit. En zonder arrogant te willen overkomen, durf ik te stellen dat oefentherapeuten ook meer weten over het houdings- en bewegingsapparaat dan huisartsen. Wij zijn professionals op dit gebied.”
De werkwijze van oefentherapeuten is door de directe toegang wel veranderd. Ze moeten eerst alle mensen zorgvuldig screenen.
Bron: ED.nl