Bij patiënten met beginnende reumatoïde artritis (RA), die direct worden behandeld met een combinatie van geneesmiddelen, verbetert het functioneren sneller en ontstaat minder gewrichtsschade. Bovendien kan deze zwaardere combinatiebehandeling bij de meeste patiënten snel worden afgebouwd tot één geneesmiddel. Dit blijkt uit onderzoek van Jeska de Vries-Bouwstra, die morgen promoveert aan VU medisch centrum te Amsterdam.
De Vries-Bouwstra onderzocht de effectiviteit van verschillende behandelstrategieën bij patiënten met vroege RA. Patiënten die direct na diagnose worden behandeld met een combinatie van ‘Disease Modifying Antireumatic Drugs’ (DMARDs), waaronder een initieel hoge dosis prednison, of een combinatie van een DMARD en een TNF-blokker blijken de beste resultaten te hebben. Een derde van de patiënten in het onderzoek reageert goed op de behandeling met één DMARD. Het is echter niet goed te voorspellen welke patiënten dit zijn. Ook het verloop van RA en de ernst van de gewrichtsschade blijken nog onvoldoende betrouwbaar te voorspellen. Op dit moment is een combinatiebehandeling daarom de beste behandeling voor alle patiënten met beginnende RA. Meer onderzoek is nodig om behandeling op maat voor iedere patiënt in de toekomst mogelijk te maken.
RA is een chronische ontstekingsziekte waarbij met name de kleine gewrichten van handen en voeten worden aangetast. In Nederland lijden momenteel zo’n 160.000 mensen aan deze ziekte, de verwachting is dat dit aantal zal groeien vanwege de vergrijzing. RA begint meestal tussen het 40e en 60e levensjaar en komt vaker voor bij vrouwen dan mannen. Hoe RA precies ontstaat is nog niet bekend.
Bron: VU Medisch Centrum