Chronisch zieke kinderen hebben baat bij bewegingsprogramma’s. Dat concludeert Marco van Brussel in zijn proefschrift.
Hij onderzocht drie groepen zieke kinderen die een bewegingsprogramma aangeboden kregen. Kinderen die Acute Lymfatische Leukemie overleven hebben een verlaagde fysieke fitheid. Zelfs 5-6 jaar ná het stopzetten van de chemotherapie blijken er nog steeds negatieve effecten te zijn op de motoriek en fysieke fitheid. De belangrijkste oorzaken van deze effecten zijn chemotherapie gerelateerde zenuw- en spieraandoeningen. Deze kinderen lijken baat te hebben van fysieke training. Ook kinderen en adolescenten met jeugdreuma of Juveniele Idiopatische Arthritis hebben een significant verlaagde fysieke fitheid.
Er is nog maar weinig bewijs voor de effectiviteit van bewegingstherapieën voor kinderen met jeugdreuma. Van Brussen laat in ieder geval géén nadelige effecten zien van bewegingstherapie op de korte termijn en zorgt ook niet voor een exacerbatie van de ziekte. Als laatste onderzocht Van Brussen kinderen met de aangeboren botziekte Osteogenesis Imperfecta. Bij deze groep blijkt fysieke training met een bepaald type van deze botziekte zeer effectief en veilig te zijn. De fysieke fitheid neemt toe en de vermoeidheid neemt af.
Van Brussel promoveert op 20 mei aan de Universiteit Utrecht.
Bron: UMC Utrecht