In zijn proefschrift doet verpleeghuisarts Paul van Houten nader onderzoek naar de relatie tussen toiletvaardigheden en incontinentie. Incontinentie van zowel urine als ontlasting bij verpleeghuisbewoners hangt samen met de mate waarin ouderen zelfstandig naar het toilet kunnen.
Als die zelfstandigheid verbetert neemt incontinentie af. Incontinentie van urine en ontlasting komt veel voor bij ouderen die in een verpleeghuis zijn opgenomen en heeft een belangrijk negatief effect op het welbevinden van die ouderen.
Voor zijn studie gebruikte Van Houten gegevens uit Nederlandse en Amerikaanse bronnen. Hier blijkt uit dat tijdens opname in het verpleeghuis ongeveer 1/5 van de ouderen in drie maanden tijd incontinent voor ontlasting wordt en 1/6 incontinent voor urine. De achteruitgang in toiletvaardigheden blijkt een belangrijke oorzaak van incontinentie, vooral bij een optredende beroerte, heupbreuk of achteruitgang van de cognitie.
Van Houten toont aan dat verbetering van toiletvaardigheden de kans op incontinentie belangrijk doet afnemen. In zijn proefschrift wordt beschreven waarin toiletvaardigheden werden getraind. Het lukte wel om toiletvaardigheden door middel van een gericht trainingsprogramma te verbeteren, maar het effect op incontinentie is klein. Dat kon verklaard worden doordat ouderen ondanks de verbeterde vaardigheden te weinig frequent naar het toilet gingen. In Amerikaans onderzoek blijkt dat het trainen van vaardigheden en daarbij het regelmatig geven van een aansporing om naar het toilet te gaan wel een duidelijk effect op incontinentie heeft, maar erg veel tijd van de verzorging vraagt. In het proefschrift reikt Van Houten ideeën aan hoe desondanks verbetering kan worden bereikt.
Bron: Vumc