Lagerugpijn kost ontzettend veel aan de ziekteverzekering, maar al die onderzoeken zijn in grote mate weggesmeten geld. “Het is dringend nodig dat huisartsen en patiënten beseffen dat het zo niet verder kan”, zegt neurochirurg Erik Van de Kelft.
Van de Kelft is organisator van een symposium dat vandaag aan het pijnlijke probleem wordt gewijd. Ruim zeven op de tien mensen krijgen vroeg of laat met lagerugpijn te maken. Het is een van de voornaamste oorzaken van ziekteverzuim en kost per jaar 1 tot 2 miljard euro aan het bedrijfsleven. De klassieke radiografie van de lage rug wordt ruim 400.000 keer per jaar uitgevoerd, in 60 procent van de gevallen op verzoek van de huisartsen. De kosten voor behandeling, in veel gevallen totaal nutteloos, lopen voor het Riziv op tot 200 miljoen euro per jaar. “De medische overconsumptie bij lagerugpijn loopt de spuigaten uit. In werkelijkheid zijn er zeer weinig indicaties om radiologisch onderzoek uit te voeren”, stelt professor Paul Parizel, diensthoofd radiologie UZA. Zowat 80 procent van de klachten gaat vanzelf over na ongeveer een week. Slechts in 5 tot 15 procent van de gevallen is er een concrete diagnose te stellen: afwijkingen aan de wervelkolom, discushernia, ontstekingen of tumoren.
Patiënten met lagerugpijn verwachten dat hun huisarts een ‘foto’ laat nemen. “Dat kost veel en geeft een vals gevoel van veiligheid”, zegt dokter Van de Kelft. “Want op een röntgenopname zie je alleen de botstructuren. De oorzaken kunnen evengoed liggen in tussenwervelschijven, zenuwen, ruggenmerg of ligamenten. Op MR-scans (magnetische resonantie, red.) zie je wél alle afwijkingen, maar dat veroorzaakt dan weer nodeloze ongerustheid. Want het is niet omdat er iets te zien is, dat er een verband is met de klachten.” De huisartsen krijgen dus de boodschap goed het onderscheid te maken tussen banale rugpijn en ‘echte’ klachten. De patiënt moet beseffen dat er geen wondermiddelen bestaan tegen lagerugpijn en dat onderzoeken en scans in de meeste gevallen nutteloos zijn, soms zelfs schadelijk.
Professor Dirk Ramaekers, directeur Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, kondigde aan dat nog dit jaar federale richtlijnen voor diagnose en behandeling van lagerugpijn worden gegeven, zodat huisartsen weten waaraan zich te houden. “Doel moet zijn te streven naar een betere gezondheidszorg voor minder geld.”
De voornaamste alarmsignalen om klachten over lagerugpijn wél te onderzoeken:
- Leeftijd: patiënten ouder dan 60.
- Duidelijk neurologische symptomen: slepende voet, verlies blaascontrole…
- Medische voorgeschiedenis: prostaat- of borstkanker, infecties, transplantatie, afwijkingen wervelkolom…
- Pijn die uitstraalt in het been, of met een ‘voos’ gevoel aan tenen en voet.
Bron: GVA