Mensen die sporten hebben vijftig procent minder kans om een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen die niet sporten.
Dit blijkt uit gegevens van de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS) – een representatief onderzoek bij volwassenen van 18 tot 64 jaar. De studie is uitgevoerd door het Trimbos-instituut in opdracht van het ministerie van VWS.
Minister Klink van VWS heeft vandaag het eerste exemplaar van de publicatie ‘Sporten en psychische gezondheid’ in ontvangst genomen.
Mensen die sporten hebben minder vaak psychische stoornissen, zoals depressies, fobieën, andere angststoornissen en alcoholverslaving, dan mensen die niet sporten.
Ook ontwikkelen mensen die sporten minder vaak voor het eerst in hun leven een depressie, fobie, andere angststoornis of drugsverslaving. Zo hebben mensen die bijvoorbeeld een tot drie uur per week sporten, vijftig procent minder kans om over een periode van drie jaar een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen die geen actieve sport beoefenen.
Ook sneller herstel
Naast een kleinere kans op het ontwikkelen van een psychische stoornis draagt sporten ook bij aan een sneller herstel. Mensen met een recente psychische stoornis zijn na drie jaar anderhalf keer vaker hersteld van hun ziekte dan mensen met een psychische stoornis die niet sporten.
De positieve invloed van actief bewegen op dit herstel is het grootst als er sprake is van een angststoornis. Overigens is een tot drie uur per week actief sporten al voldoende om bovenstaande effecten te bereiken. Het is echter niet zo dat meer dan drie uur sporten resulteert in een nog beter effect.
Overheidsbeleid: meer bewegen
De resultaten in dit rapport ondersteunen het beleid van de overheid om sporten te stimuleren. De GGZ-preventie zou zich meer kunnen richten op het stimuleren van bewegen bij gezonde mensen en bij groepen waarvan bekend is dat ze risico lopen op het ontwikkelen van een psychische stoornis. Dit kan mensen aanzetten tot meer bewegen en de drempel hiervoor verlagen.
Bron: Trimbos