Sinds september 2013 doen onderzoekers van de Universiteit van Tilburg (afdeling Tranzo), het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) en het UMC Utrecht onderzoek naar de (kosten-) effectiviteit van het programma e-Exercise bij patiënten met knie en/of heup artrose. In dit artikel geven we een update over de uitgevoerde onderzoeksactiviteiten, de resultaten die tot nu bekend zijn en wat er in het komende jaar allemaal nog op het programma staat.
Wat is e-Exercise
Het eerste jaar van het project stond in het teken van de ontwikkeling van het programma e-Exercise. Het zelfhulp-programma Join2Move (www.join2move.nl), dat ontwikkeld is door Dr. Daniël Bossen, vormde hiervoor de basis. Experts, fysiotherapeuten en patiënten hebben meegedacht over de vraag hoe je een dergelijk zelfhulpprogramma kunt integreren binnen de fysiotherapie. In de uiteindelijke versie van e-Exercise worden 5 fysiotherapiebehandelingen gecombineerd met een online programma dat toegankelijk is via www.e-exercise.nl. Online krijgt de patiënt wekelijks opdrachten om een centrale activiteit, zoals wandelen of fietsen, stapsgewijs op te bouwen (volgens graded activity principes). Ook worden er online oefeningen en informatie-modules aangeboden. De fysiotherapeut kan tijdens de behandeling inloggen om de voortgang te bekijken en het programma indien nodig zwaarder of lichter te maken. Zie voor een compleet beeld van e-Exercise ook het filmpje over e-Exercise.
Onderzoek
In de periode september 2014 tot en met maart 2015 hebben 245 fysiotherapeuten uit heel Nederland meegeholpen om in totaal 209 patiënten te werven voor het onderzoek. De helft van deze patiënten kreeg de e-Exercise behandeling, de andere helft kreeg reguliere fysiotherapie volgens de KNGF Richtlijn Artrose Heup-Knie. Patiënten vulden op diverse momenten vragenlijsten in: aan het begin van het onderzoek, na drie maanden en na twaalf maanden. Het beweeggedrag van deelnemers is daarnaast gemeten met accelerometers. Gemaakte (zorg) kosten rondom artrose werden vier keer per jaar uitgevraagd met een kosten-vragenlijst.
Resultaten op korte termijn
Uit de vragenlijsten die de deelnemers na drie maanden hebben ingevuld, bleek dat beide groepen gelijke effecten toonden op het gebied van fysiek functioneren, pijn, vermoeidheid, self-efficacy en kwaliteit van leven. Geen van beide groepen toonde vooruitgang op het gebied van fysieke activiteit. Waar we zien dat de effecten van beide behandelingen vergelijkbaar zijn, zien we een belangrijk verschil in het behandelgemiddelde: bij de e-Exercise groep kwamen patiënten gemiddeld 5 keer bij de fysiotherapeut, bij de controlegroep was dat gemiddeld 12 keer.
Ervaringen patiënten
Patiënten hebben het programma over het algemeen als zeer prettig ervaren. De meeste patiënten (80%) hebben bijna elke week ingelogd op de website en opdrachten uitgevoerd. Vooral de informatie-filmpjes zijn erg goed geëvalueerd. Gebruikers begrijpen nu beter dat bewegen ondanks de pijn die gepaard gaat met artrose, niet schadelijk is. Deelnemers vonden het daarnaast erg fijn om zelfstandig aan de slag te kunnen met de opdrachten en ervoeren de rol van de fysiotherapeut als coachend en als “stok achter de deur”. Patiënten gaven aan dat ze nog kansen zien op het gebied van nazorg. Mensen met artrose zouden graag een overzicht willen hebben van het beweegaanbod in de buurt.
Ervaringen fysiotherapeuten
Fysiotherapeuten zien kansen voor eHealth, maar geven aan dat het tijd nodig heeft om gewend te raken aan deze nieuwe werkwijze. Een vaak genoemd struikelblok is het gebrek aan beschikbare tijd om zich te verdiepen in nieuwe behandelvormen. Meer bekendheid over de voordelen van online beweegprogramma’s zou kunnen bijdragen aan het gebruik van eHealth binnen de fysiotherapie. Sommige deelnemende fysiotherapeuten zien een blended interventie met een lager aantal face-to-face behandelingen als financiële bedreiging. Andere fysiotherapeuten zagen echter dat het plaatsen van krantenartikeltjes voor een grote toestroom van nieuwe patiënten kon zorgen. Het gebruik van innovatieve programma’s als e-Exercise kan daarom als uithangbord voor de praktijk gebruikt worden. Een programma dat ingezet kan worden voor meerdere doelgroepen, en dus ook frequenter gebruikt kan worden, zou het gebruiksgemak ten goede kunnen komen.
Wat nog komt
Het komende jaar wordt er gekeken naar de effecten van e-Exercise op lange termijn twaalf maanden na de start van de behandeling). Ook zal er worden gekeken naar de kosten-effectiviteit van e-Exercise in vergelijking met reguliere fysiotherapie. Tot slot zullen we kijken voor welke patiënten e-Exercise met name geschikt is. Parallel aan de evaluatie van het programma lopen diverse activiteiten om e-Exercise te implementeren zodat meer fysiotherapeuten het programma kunnen gebruiken.
e-Exercise voor andere doelgroepen
Sinds maart 2016 is de onderzoeksgroep gestart met een nieuw onderzoek naar e-Exercise Lage Rugpijn. Dit nieuwe project staat net als e-Exercise Artrose onder leiding van Prof. Dr. Cindy Veenhof. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit het NIVEL en het UMC Utrecht. Fysiotherapeuten die mee willen werken aan de ontwikkeling van dit nieuwe programma en mee willen doen aan de pilotstudie naar de bruikbaarheid en voorlopige effectiviteit van e-Exercise Lage Rugpijn kunnen een mailtje sturen naar Corelien Kloek (c.kloek@nivel.nl)
Het project e-Exercise Artrose wordt gefinancierd door ZonMw (Onderzoeksprogramma Sport), het Reumafonds en het KNGF. De subsidie voor e-Exercise Lage Rugpijn is beschikbaar gesteld door het Wetenschappelijk College Fysiotherapie (WCF). De reeds gepubliceerde artikelen over e-Exercise zijn via http://bmcmusculoskeletdisord.biomedcentral.com/articles/10.1186/1471-2474-15-269 ) en http://www.researchprotocols.org/2016/1/e32/ terug te lezen.