Onbegrepen lage rugpijn beter te behandelen

30

Mensen met chronische lage rugpijn kunnen beter herstellen wanneer in de revalidatiebehandeling meer aandacht is voor het functioneren van het lichaam. Op dit moment richt de behandeling van onbegrepen lichamelijke klachten, zoals chronische lage rugpijn of bekkenpijn, zich voornamelijk op de psychosociale aspecten. Volgens Jan-Paul van Wingerden is dit onterecht en kan het aantal gevallen of de duur van rugklachten aanzienlijk worden verminderd. Woensdag promoveert hij op zijn onderzoek bij het Erasmus MC.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Van Wingerden, bestuurder van het Rotterdamse revalidatiecentrum het Spine & Joint Centre, onderzocht 245 patiënten met ernstige chronische rugklachten die niet meer verder behandeld konden worden. De eerste resultaten uit zijn onderzoek zijn veelbelovend. Met behulp van de combinatietherapie heeft 53% van deze patiënten minder last van pijn en is zelfs 62% minder beperkt in zijn bewegingen. Dit is een hoge score in vergelijking met een verbetering van 30% die momenteel volgens de wetenschappelijke wereld als klinisch relevant kan worden gezien.

Bijna 30% van de Nederlandse bevolking van 25 jaar en ouder heeft langer dan drie maanden last van rug of nek, meer dan 3 miljoen mensen hebben chronische lage rugklachten. Uit ontevredenheid over het effect van de beperkte traditionele lichamelijke behandeling, werd in de 70-er jaren een nieuw behandelmodel geïntroduceerd. Daarin werden ook psychische en sociale factoren betrokken in het verklaren van chronische klachten, waaronder rugklachten. Hierdoor en door teleurstellende resultaten van de meer lichamelijk gerichte behandelingen, nam de aandacht voor de lichamelijke kant van rugklachten en de daarop volgende jaren sterk af.

Volgens Van Wingerden, opgeleid als fysiotherapeut, is het van belang deze fysieke aspecten weer mee te nemen in het begrijpen en behandelen van chronische rugklachten: “Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de kennis over de bouw en het functioneren van het lichaam kunnen juist een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van de diagnostiek en behandeling van chronische rugklachten. Het aantal rugklachten of de duur ervan zouden we daarmee aanzienlijk omlaag kunnen brengen.”

Zo is tegenwoordig bekend dat spieren zich bij klachten anders en niet optimaal gaan gedragen. Bij gewone dagelijkse activiteiten, zoals staan, lopen, bukken of tillen, kan dan sneller overbelasting optreden. Daarom richt de combinatietherapie zich in de eerste plaats op de kwaliteit van bewegen, voordat de hoeveelheid activiteiten wordt uitgebreid. Veel patiënten met lage rugklachten staan bijvoorbeeld niet goed rechtop, maar neigen licht voorover. In deze licht afwijkende houding werken de spieren niet optimaal en wordt de samenwerking tussen benen, bekken en rug fors belemmerd. Het is daarom belangrijk de patiënt eerst bewust te maken van deze houding en dit te verbeteren en pas daarna bijvoorbeeld de loopafstand uit te breiden. Op die manier kunnen patiënten hun dagelijkse activiteiten beter uitbreiden zonder terugval in de oude klachten.

Bron: Erasmus MC

5 REACTIES

  1. Tja laten we weer eens in het lichaam (de spieren) gaan zoeken naar de oorzaak van chronische pijn en voorral blijven denken dat lichaam en brein (geest – psycho-sociaal) gescheiden zijn.

    (PS de reactie is louter op het bericht van de journalist die het geschreven heeft)

  2. Beste Skippy,

    Ik denk niet dat iemand tegenwoordig nog pleit voor de scheiding van lichaam en geest, maar we zijn ernstig doorgeschoten in psychologische oorzaken van rugpijn. Het is bewijs is zo zwak dat het niet de moeite waard is om er energie in te steken (lees: ‘Zit rugpijn tussen de oren?). De psyche is zeker van belang, maar bij aspecifieke rugpijn niet meer dan bij andere ziekten.

    Het bewijs dat er sprake is van aanwijsbare fysieke oorzaken neemt met de dag toe, zo vernam ik onlangs op een symposium (lees ‘Aspecifieke rugpijn bestaat niet – symposium provoceert!‘).

    Daarin is het nog maar de vraag of de houding van belang is, zoals van Wingerden beweert. Goede clinical prediction rules zouden wel fijn zijn, anders blijft het zweverig.

    [ Bijgewerkt 16 Nov : 15:32 ]

  3. iedereen is het eens met het feit dat we holistisch moeten denken wbt aanpak van kl88 maar de behandeling is daar vaak niet naar. Misschien zou in de opleiding ft of na de ft opleiding wat meer aandacht moeten zijn voor viscerale therapie icm craniosacrale therapie . Dan zouden heel veel aspecifieke kl88 duidelijker benoemd kunnen worden. rik van keulen

  4. Mijn indruk is dat ‘holitisch’ denken vaak synoniem is met het domweg ontkennen van wetmatigheden die voor iedereen gelden, en gelijktijdig het aanhangen van onwetenschappelijke theorieen.

  5. Hier lijkt de fout gemaakt te worden dat aspecifieke lagerugpijn staat voor ‘psychisch’.
    Alles aan lagerugpijn die niet ‘hard’ benoemd kan worden valt onder de klasse ‘aspecifiek’.
    Dat wil niet zeggen dat er geen bron van nocisensoriek vanuit lumbale structuren zal zijn.
    Maar ook wanneer die bron er wel is, kunnen persoonlijke en/of omgevingsfactoren een rol spelen in de herstelbelemmering.

Reacties zijn gesloten.