Kunstgewrichtjes tegen rugpijn

124

Een Vlaamse neurochirurg opereert rughernia’s met een experimentele techniek, die de pijn moet wegnemen zonder de beweeglijkheid in te perken.Elk jaar worden in België zo’n tienduizend mensen geopereerd aan een hernia in hun rug: een uitstulpende tussenwervelschijf die een zenuw beknelt en lage rugpijn veroorzaakt, of uitstralende pijn naar de benen.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Bij een klassieke behandeling haalt de chirurg de beschadigde tussenwervelschijf weg en plaatst een kunststoffen kooitje in de ontstane holte, zodat de wervels aan elkaar vastgroeien. Soms wordt de constructie verstevigd met een plaatje en schroeven.
Dat ‘vastzetten’ heeft nadelen. De rug verliest veel van zijn buigzaamheid, en de tussenwervelschijven aan weerskanten van de behandelde wervels krijgen grotere krachten te verduren. Ze raken overbelast en slijten sneller. Veel patiënten krijgen een paar jaar na de operatie nieuwe klachten en moeten een tweede operatie ondergaan.

Bij een variante klassieke behandeling wordt de aangetaste tussenwervelschijf vervangen door een kunstmatige tussenwervelschijf, met de bedoeling de beweeglijkheid van de rug te behouden en overbelasting op aangrenzende tussenwervelschijven te voorkomen. ‘Maar een nadeel is dat patiënten dan toch vaak pijn houden’, zegt Erik Van de Kelft, neurochirurg in het AZ Nikolaas in Sint-Niklaas. ‘Een op de tien is ontevreden met het resultaat van de operatie.’

Dat komt doordat bij een hernia vaak niet alleen de tussenwervelschijf last geeft maar bovendien nog twee andere gewrichten zijn ontstoken waarlangs wervels met elkaar scharnieren: de facetgewrichten (zie grafiek). ‘Een patiënt enkel een kunst-tussenwervelschijf geven, is dan niet genoeg’, zegt Van de Kelft. ‘Je moet ook de facetgewrichtjes ontlasten.’

En dat is precies wat Van de Kelft nu probeert, op vraag van het Zwitserse bedrijf Gerraspine uit Basel. Dat heeft kunstmatige facetgewrichtjes uit titaan ontworpen, die Van de Kelft inmiddels bij acht patiënten heeft ingeplant. De acht maken het zo’n driekwart jaar na de ingreep goed, en vooral heeft Van Kelft kunnen bewijzen dat de ingreep chirurgisch haalbaar is. Voor de neurochirurg het bij echte patiënten probeerde, waren de kunstgewrichtjes overigens eerst talloze keren ingeplant bij ‘kadaverruggen’, wervelkolommen van mensen die hun lichaam na hun overlijden aan de wetenschap hadden afgestaan. Vervolgens werden de implantaten, zoals bij de Ikea gebeurt met de stoelen en de bankstellen, miljoenen keren door een machine belast, om te kijken of ze niet zouden loskomen of verschuiven, en of het titaan niet zou gaan afbrokkelen. ‘Een mens zet een miljoen stappen per jaar’, verklaart Van de Kelft de voorzorgmaatregel. De voorstudie werd ook vereist door de Amerikaanse medische waakhond FDA, bij wie Gerraspine en Van de Kelft hun onderzoeksvoorstel neerlegden. Met het oog op de grotere markt kozen ze voor een Amerikaanse en niet voor een Europese regelgever. ‘Op ons eerste voorstel kwam FDA met 23 bladzijden aanmerkingen. Zou het kunstgewricht loskomen? Was er risico op verlamming? We hebben herschreven en nog eens herschreven, toen vonden ze het okee.’

Nu uit de ervaring van de eerste acht patiënten de haalbaarheid van de techniek is gebleken, gaan Van de Kelft en Gerraspine in een tweede fase uitzoeken of de patiënt er ook degelijk beter van wordt. Naast het AZ Nikolaas in Sint-Niklaas doen aan deze studie ook twee Duitse ziekenhuizen (Alfried Krupp Krankenhaus uit Essen, Schön-Klinikum uit Neustadt) en het Wellington Hospital in Londen mee. Vanaf september zal elk ziekenhuis twintig patiënten opereren met de nieuwe techniek. Als ook die resultaten meevallen, komt er een derde fase van het onderzoek, waarin de nieuwe techniek wordt vergeleken met de standaardtechnieken, om te kijken welke de beste resultaten geeft. ‘Dat gebeurt helaas veel te weinig in de chirurgie’, zegt Van de Kelft – tot op heden is niet duidelijk welke standaardtechniek de voorkeur heeft; vastzetten of een kunstmatige tussenwervelschijf plaatsen.

De intake voor de nieuwe experimentele ingrepen in Sint-Niklaas is nog niet begonnen – mensen met een acute rughernia kunnen meestal geen maanden op een operatie wachten. Ook zijn de kunstmatige facetgewrichten nog niet commercieel beschikbaar: alleen patiënten van wie uit rugscans blijkt dat hun facetgewrichten beschadigd zijn, komen straks in aanmerking voor een experimentele ingreep.

Van de Kelft zegt niet op een toestroom van patiënten te zitten wachten, als de kunstgewrichtjes waarmee hij pioniert straks alle reguleringshorden hebben gepasseerd en op de vrije markt komen – dat duurt overigens nog wel een paar jaar. ‘Ik heb werk genoeg.’ De techniek aan de collega’s doorleren wil hij daarentegen graag. Doet hij ook al, met het oog op de vervolgtests in de buitenlandse centra, later dit jaar.

Dat doorleren gebeurt niet op echte patiënten, en al evenmin in Sint-Niklaas: de buitenlandse collega’s komen bij Van de Kelft op ‘kadavercursus’ in Boedapest. ‘Daar kost een lijk nog geen duizend euro’, verklaart Van de Kelft de locatie. ‘In Gent betaal je twaalfduizend euro voor alléén een rug, die je dan maar een dag mag houden. Voor het prijsverschil kun je wel een paar chirurgen naar Hongarije vliegen.’

Bron: De Standaard