Home KNGF Visie AB van het KNGF op Kwaliteit in Beweging (KIB)

Visie AB van het KNGF op Kwaliteit in Beweging (KIB)

Recent heeft het KNGF een nieuw bestuur gekregen. Het bestuur gaat het gevoerde beleid rondom Kwaliteit in Beweging (KIB) herijken om tot een door de beroepsgroep gedragen systeem te komen. De ondertekening van de oprichtingsakte van een Stichting Kwaliteitsuitkomsten Fysiotherapie gaat vooralsnog niet door. Hieronder leest u meer over de visie van het nieuwe bestuur op de ontwikkeling van KIB.

Transparantie in de zorg

- advertentie -

Patiënten, politiek en verzekeraars vragen om transparantie over de kwaliteit van zorg. Die vraag is legitiem. Zij is echter niet makkelijk te beantwoorden. Jacqueline Baardmans, adjunct-directeur van de NPCF, constateerde in de FysioENieuws van 2 mei jl. dat er eerst een goede discussie moet ontstaan welke informatie voor patiënten van belang is en hoe fysiotherapeuten deze informatie inzichtelijk kunnen maken. De keuze bij wie je voor wat moet zijn, is volgens haar ook heel persoonlijk. Transparantie vraagt zorgvuldigheid in het bepalen van de juiste indicatoren. Ook de efficiëntie van de registratie is belangrijk. Daarnaast vereist het ontwikkelen van indicatoren financiële middelen. Ook het nieuwe bestuur van het KNGF draagt graag bij aan transparantie in de zorg. Zowel ten aanzien van de juiste indicatoren, het tijdsbeslag voor registratie als de financiële middelen is echter nog veel onduidelijk c.q. niet geborgd. Daarom heeft het bestuur besloten op dit moment niet over te gaan tot het tekenen van de oprichtingsactie voor een Stichting Kwaliteitsuitkomsten Fysiotherapie.

Juiste indicatoren

Kwaliteit in Beweging (KIB) is niet klaar om verder uit te rollen over de beroepsgroep. Het is niet duidelijk welke indicatoren echt iets zeggen over de kwaliteit van de behandeling. Het huidige bestuur van het KNGF wil haar leden niet belasten met het aanleveren van data waarvan de relevantie onduidelijk is. Het systeem moet verder ontwikkeld worden op basis van pilots.

Efficiëntie van registratie

Om KIB goed in te kunnen richten zijn richtlijnen nodig die veel meer dan de bestaande richtlijnen getoetst zijn aan werkbaarheid in de praktijk. Bij de herziening van richtlijnen dient extra aandacht besteed te worden aan het gebruik van meetinstrumenten voor PROMS. Op dit moment zijn in de richtlijnen veelal extensieve vragenlijsten opgenomen die gevalideerd zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Voor transparantie over de kwaliteit van behandeling volstaat het meten van PROMS op practice based niveau. Daarvoor kunnen eenvoudigere en veel kortere meetinstrumenten gebruikt worden. Dat beperkt de administratieve belasting van de therapeut en het tijdsbeslag voor de patiënt. Het gebruik van practice based PROMS is in lijn met het beleid dat politiek en verzekeraars voorstaan: inzichtelijk maken van kwaliteit en beperking van de administratieve lasten. Wanneer de richtlijnen herzien zijn, dienen deze actief geïmplementeerd te worden door middel van scholing. Koppeling van deze scholing aan registratie in het Centraal Kwaliteit Register (CKR) borgt de implementatie van richtlijnen. De bestaande richtlijnen zijn onvoldoende geïmplementeerd.

Betrouwbare registratie vereist draagvlak

Om tot een betrouwbare registratie te komen is draagvlak voor het systeem bij de beroepsgroep onmisbaar. Gebrek aan draagvlak leidt tot onbetrouwbare registratie en daarmee tot onbetrouwbare data. Dat zou bij voorbaat leiden tot het failliet van het systeem. Op dit moment is er onvoldoende draagvlak voor KIB in de beroepsgroep. De leden hebben onlangs twee duidelijke signalen gegeven. Bij de recente verkiezing van nieuwe bestuursleden hebben zij de kandidaten die door het vorige bestuur voorgedragen werden, massaal afgewezen. De huidige bestuursleden zijn via een 100 leden agenda initiatief gekandideerd. Zij zijn met een twee derde meerderheid verkozen bij een opkomst die de grootste is in de historie van het KNGF. Begin dit jaar heeft een extern bureau een onderzoek gedaan onder de leden van het KNGF. De resultaten van dit onderzoek laten grote onvrede zien over het gevoerde beleid.

(Motivaction research and strategy, Onderzoek onder leden, 2014-06-13).

Vergroting van het draagvlak

Verzekeraars kunnen het draagvlak in de beroepsgroep voor KIB en de verdere ontwikkeling ondersteunen door in de contracten voor 2015 een duidelijke geste te maken zonder aanvullende eisen. Daarvoor zijn voldoende gronden aanwezig. In het werkveld is de werkdruk tot onoorbare hoogte gestegen:

  • de administratieve belasting is de afgelopen jaren aantoonbaar fors toegenomen. Het tijdsbeslag van die administratie is veel te hoog in relatie tot de tijd die fysiotherapeuten voor een behandeling ter beschikking hebben. Een verdere toename van die belasting tast de inhoudelijke kwaliteit van de behandeling aan. Dat is niet in het belang van de patiënt.
  • de investeringen in ICT zijn parallel aan de toegenomen administratieve verplichtingen de afgelopen jaren fors toegenomen.
  • verzekeraars hebben de kosten voor de door hen voorgestane meting van de cliënttevredenheid middels de CQ-index eenzijdig op de fysiotherapeut afgewenteld.
  • ondanks de aantoonbare en mede door het beleid van verzekeraars gestegen kosten zijn de tarieven zijn al 6 jaar zelfs niet eens meer voor inflatie gecorrigeerd. Effectief zijn de tarieven daarmee verlaagd.
  • een aantal tarieven zijn zelfs nominaal verlaagd.

Door alle ontwikkelingen is het netto resultaat in praktijken de afgelopen jaren sterk gedaald. Onderzoek van de VvAA over de periode 2010 tot en met 2012 laat zien dat de kosten voor praktijken aanzienlijk gestegen zijn: praktijkkosten van +11% tot +16%, kosten voor personeel van +13% tot +20%, kosten voor waarneming verdubbeld tot verdrievoudigd. Het nettoresultaat is in drie jaar tijd gedaald: variërend tussen -14% tot -16%. De mogelijkheid voor nieuwe investeringen en innovatieve projecten wordt daardoor steeds verder beperkt. Dat is niet in het belang van de patiënt.

(VvAA,Trendonderzoek kosten en opbrengsten fysiotherapie Nederland, 2014-05-01).

Al deze zaken tezamen maken dat er in de beroepsgroep geen draagvlak meer is voor beleid dat in enige mate leidt tot lastenverzwaring. Er zijn meer tekenen van hoge werkdruk en dysbalans tussen eisen en beloning. De beroepsgroep kent al jaren geen CAO meer. Het lukt niet om tot een redelijke CAO te komen die de werkgevers ook kunnen betalen. Onder onze jongere collega’s is veel weerstand tegen de verplichte uitbreiding van de pensioenregeling tot een volwaardig pensioen omdat de kosten daarvan te hoog zijn in relatie tot hun salaris. Tien jaar na afstuderen blijkt circa de helft van de fysiotherapeuten uit te gaan stromen naar andere werkvelden. Dat is kapitaalvernietiging in een beroep waar collega’s starten als beginnend beroepsbeoefenaar en zich in de loop van de jaren ontwikkelen tot een waardevolle collega.

Financiële aspecten

Conform de afspraken die met het vorige bestuur van het KNGF gemaakt zijn, zou het KNGF jaarlijks een bijdrage van € 635.000,- aan de Stichting betalen. Het huidige bestuur realiseert zich dat het hierbij om een bewuste beleidskeuze van het vorige bestuur gaat. Het huidige bestuur kan zich om twee redenen niet in deze gang van zaken en opzet vinden. In de eerste plaats is het bestuur van mening dat voor het aangaan van een lange termijn verplichting van die omvang vooraf expliciet de goedkeuring van de leden gevraagd moet worden. Dat is niet gebeurd: het voorstel is niet ter goedkeuring aan de leden voor gelegd. In de tweede plaats acht het bestuur het niet de verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaren om een dergelijke Stichting (mede) te financieren. In de voorliggende constructie zouden uiteindelijk onze leden via hun contributie de kosten voor de Stichting betalen. Financiering door het Kwaliteitsinstituut ligt meer in de lijn.

Conclusie

Het KNGF wil graag voldoen aan de vraag van patiënten, politiek en verzekeraars om transparantie in de zorg. Het KNGF gaat KIB herijken om te komen tot een betrouwbaar, werkbaar en door de beroepsgroep gedragen systeem van transparantie van fysiotherapeutische zorg. Daarvoor is nodig dat de lasten van zo’n maatschappelijk gewenst systeem niet op de beroepsgroep afgewenteld worden. Wij vragen van overheid en verzekeraars om de beroepsgroep de middelen te verstrekken die nodig zijn om de gevraagde transparantie tot stand te brengen. Het KNGF bestuur roept daarbij verzekeraars op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en de randvoorwaarden te scheppen die het fysiotherapeuten mogelijk maken kwalitatief goede zorg te (blijven) leveren. Onderzoek toont het belang van fysiotherapie aan voor de gewenste kostenbeheersing in de zorg.

(Onder andere: BMC, Eersteklas waardering voor eerstelijns fysiotherapie, 2014, dr. J. Dronkers, Pré-operative Physical fitness in older patients, 2013, dr. E. Hulzebos, Preoperative respiratory physical therapy in cardiac surgery, 2006)

Bron: KNGF

Mobiele versie afsluiten